De eigen woning en BTW

BTW en de eigen woning zijn twee begrippen die aanvankelijk niet samengingen, behalve dat bij de oplevering van een nieuwbouwwoning BTW verschuldigd was.

Door een uitspraak van het Hof van Justitie in 2005 (het zogenoemde Charles / Charles-Tijmens arrest) was het mogelijk om de volledige BTW op een nieuwbouwwoning terug te vragen. Het terugvragen van deze BTW kon alleen door IB-ondernemers en niet door ondernemers die middels een B.V. de onderneming dreven. Een IB-ondernemer kan voor de BTW namelijk de woning aanmerken als BTW-ondernemingsvermogen.

Voor het deel van de woning dat niet door de onderneming werd gebruikt werd een fictieve dienst gesteld. Echter was deze fictieve dienst niet in de Nederlandse wetgeving doorgevoerd. Dit heeft tot 2007 geduurd. In tien jaarlijkse termijnen dient de BTW die ziet op het privé deel van de eigen woning te worden terugbetaald. Op grond van een uitspraak van de Hoge Raad van enkele weken geleden is het onder omstandigheden thans ook mogelijk voor een ondernemer die middels een B.V. zijn onderneming drijft om de BTW op een nieuwbouwwoning terug te vragen. Dit komt omdat de Hoge Raad heeft beslist dat de verhuur van een werkkamer aan de eigen B.V. kwalificeert als een economische activiteit voor de heffing van BTW. De werkkamer werd duurzaam, voor tenminste vijf jaar, ter beschikking gesteld aan de BV voor eigen gebruik, tegen een adequate vergoeding.

Bovenstaande biedt mogelijkheden voor dga’s met een nieuwbouwwoning. Het is overigens wel van belang dat de verhuur van de werkkamer plaatsvindt door een samenwerkingsverband van de dga en zijn partner. Omdat het samenwerkingsverband van de dga en zijn vrouw de werkkamer verhuurde aan de B.V. kwam de Hoge Raad tot het oordeel dat sprake is van een economische activiteit. Het samenwerkingsverband is namelijk de BTW-ondernemer.

Als de dga zelf de werkkamer verhuurt aan de B.V. gaat bovenstaande niet op. De dga is niet zelfstandig hetgeen vereist is om als ondernemer voor de BTW te worden aangemerkt.

Bovenstaande staat overigens volledig los van de discussie of de werkkamer voor de inkomstenbelasting wordt gezien als een werkruimte.

Oscar Meijrink, belastingadviseur bij Bunnig & Partners Leiden

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *