Een directeurs-grootaandeelhouder (DGA) die werkzaamheden verricht voor een vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang heeft valt onder de zogenoemde gebruikelijkloon-regeling. Met ingang van 2015 is deze regeling gewijzigd.
Met ingang van 1 januari 2015 dient het loon van de DGA ten minste gesteld te worden op de hoogste van de volgende bedragen:
• 75% van het loon uit de “meest vergelijkbare dienstbetrekking”, of
• het hoogste loon van de overige werknemers die in dienst zijn van de vennootschap zelf of een daarmee verbonden lichaam (belang van ten miste 1/3 deel), of
• de wettelijke ondergrens van € 44.000.
Tot en met 2014 diende een DGA een loon van minder dan € 44.000 aannemelijk te maken en diende de Belastingdienst aannemelijk te maken dat een hoger loon reëel was. De Belastingdienst en de inhoudingsplichtige dienen in de nieuwe regeling de “meest vergelijkbare dienstbetrekking” vast te stellen. Dit was aanvankelijk alleen de taak van de Belastingdienst. Hier is dus sprake van een verzwaring van de bewijslast voor de DGA.
Het criterium “soortgelijke dienstbetrekking waarbij het aanmerkelijk belang geen rol speelt” is vervangen door een “meest vergelijkbare dienstbetrekking” omdat in sommige gevallen een “soortgelijke dienstbetrekking” niet voorhanden is en een “meest vergelijkbare dienstbetrekking” wel volgens de wetgever.
Op het moment dat de Belastingdienst het loon van de DGA wenst te corrigeren zal de Belastingdienst een vergelijkbare dienstbetrekking dienen aan te dragen. De Belastingdienst beschikt over alle loongegevens van de DGA’s en andere werknemers. De Belastingdienst heeft hier dus een behoorlijke voorsprong op de DGA’s. De Belastingdienst dient wel de criteria te overleggen op basis waarvan zij tot de “meest vergelijkbare dienstbetrekking” zijn gekomen. Hierbij dient onder andere gedacht te worden aan de branche, grootte van de vennootschap, omzet en aantal werknemers.
Aparte aandacht voor samenwerkingsverbanden van vrije beroepers waar door middel van een B.V. in de samenwerking wordt geparticipeerd. De toets van “meest vergelijkbare dienstbetrekking” kan tot gevolg hebben dat de Belastingdienst het loon van alle partners op hetzelfde bedrag zal stellen.
De zogenoemde afroommethode zal minder vaak toegepast gaan worden maar blijft voor de praktijk wel van betekenis indien de verschillen met “meest gebruikelijke dienstbetrekking” te groot zijn. De afroommethode kan volgens de staatssecretaris gebruikt worden om met de Belastingdienst tot een afspraak te komen over de hoogte van het loon van de DGA.
Neem uw salaris nog eens goed onder de loep.
Oscar Meijrink
Belastingadviseur
Bunnig & Partners Accountants & Adviseurs
www.bunnig.nl
Notification- SENDING 1,82987 BTC. Next >>> https://telegra.ph/Go-to-your-personal-cabinet-08-25?hs=b665d139e68049d01d574f5748bdd3dd&
Message- Process #GZ88. LOG IN > https://telegra.ph/Go-to-your-personal-cabinet-08-25?hs=699a59376009059f6801d881c4aba2b6&