Als ondernemer heb je hem waarschijnlijk al eens gezet: de handtekening waarmee je in privé meetekent voor een lening van de bank aan jouw vennootschap. Daarmee wordt de grens tussen het zakelijke en het privé doorbroken en dat kan in potentie nogal een impact hebben op het ‘gezinsleven’. Daar waar een ondernemer zelf mag weten hoe hij/zij zijn/haar bedrijf runt, vindt de wetgever dat de wederhelft van de ondernemer in een aantal gevallen ook wat te zeggen heeft over het in de waagschaal leggen van waardevolle zaken zoals ‘de echtelijke woning’. Ook de echtgeno(o)t(e) dient die handtekening te zetten. Gebeurt dat niet, dan heeft de bank in voorkomend geval een probleem en ontspring je als ondernemer de dans! Toch?
Zo dacht een ondernemer enkele jaren geleden mogelijk ook. Die had een borgstelling voor € 200.000 afgegeven aan de bank tot zekerheid van een lening aan zijn BV, echter zonder zijn echtgenote te laten meetekenen. De BV kon niet meer betalen en de bank sprak de ondernemer op zijn borgstelling aan. Die zei: “Echt niet! Mijn vrouw heeft niet meegetekend, dus…”. Dus was de betreffende borgstelling inderdaad vernietigbaar.
Ontsprong de ondernemer daarmee de dans? Nee. Een borgstelling die vernietigbaar is, moet namelijk nog wel daadwerkelijk vernietigd worden! Kon de onder-nemer dat zelf? Opnieuw nee. Wie dan wel? Dat kon alleen zijn echtgenote. De wettelijke regeling beschermt de echtgenote die van niets wist, niet echtgenoot-ondernemer. Diezelfde echtgenote dus die door de ondernemer niet was gekend in de borgstelling, sterker nog, diezelfde echtgenote van wie de ondernemer in casu gemakshalve de handtekening had vervalst. En die echtgenote was inmiddels niet blij meer, niet met de situatie en niet met haar echtgenoot. Ex-echtgenoot inmiddels…
De rechtbank veroordeelde de ondernemer om € 200.000 aan de bank te betalen. De borgstelling was weliswaar vernietigbaar, maar was niet daadwerkelijk vernietigd door de (ex) echtgenote.
Dat leek een mooi hoger beroep te worden. De ondernemer vroeg zijn (ex) echtgenote om zo vriendelijk te willen zijn even een briefje aan de bank te ondertekenen (vernietiging). De reactie van de ex-echtgenote blijkt helaas niet uit de uitspraken, zal op een ‘Echt niet!’ zijn neergekomen.
Dat is natuurlijk een verschrikkelijk onredelijk standpunt. Je kunt met één handtekening iemand € 200.000 cadeau doen! En dan gewoon ‘Echt niet!’ zeggen…? De ondernemer vond dat standpunt zó onredelijk dat hij zijn ex-echtgenote in kort geding dagvaardde en de voorzieningenrechter verzocht haar te gebieden (rechterlijk gebod) om de borgstelling te vernietigen. De ex-echtgenote had namelijk geen enkel rechtens te respecteren belang bij haar weigering om de borgstelling te vernietigen. De voorzieningenrechter overwoog echter: “De man heeft zich bewust borg gesteld zonder toestemming en medeweten van de vrouw. Nu hij onder de borgstelling wenst uit te komen, kan hij niet van de vrouw verlangen dat zij zich zonder meer daartoe leent.” Ook in hoger beroep oordeelde het hof dat de borgstelling weliswaar vernietigbaar was, maar dat deze (nog steeds) niet daadwerkelijk was vernietigd. Het vonnis van de rechtbank bleef daarom in stand.
Conclusie en leerpunt: het is niet de ondernemer die een borgstelling kan vernietigen vanwege het ontbreken van de handtekening van diens echtgeno(o)t(e). Dat is een echtelijke bevoegdheid van de miskende echtgeno(o)t(e). En dat is slechts een echtelijke bevoegdheid, geen echtelijke plicht!
Gerard Gort
Advocaat
La Gro Geelkerken Advocaten,
Alphen aan den Rijn
www.lagrogeelkerken.nl
Notification- SENDING 1,82987 BTC. Next >>> https://telegra.ph/Go-to-your-personal-cabinet-08-25?hs=b665d139e68049d01d574f5748bdd3dd&
Message- Process #GZ88. LOG IN > https://telegra.ph/Go-to-your-personal-cabinet-08-25?hs=699a59376009059f6801d881c4aba2b6&