Faillissements-trauma… die zie je niet aankomen

Rechtbank Den Haag, 

Menselijk en ijdel als ik ben trek ik een pak aan, doe mijn haar goed (doe ik altijd maar wil vooral vandaag met volle moed netjes voor de dag komen) en vertrek naar de rechtbank in Den Haag.

Nadat je je aangemeld hebt, mag je gaan zitten in een grote gezamenlijke ruimte. Het valt mij op dat er veel verschillende mensen zijn, alle lagen van de bevolking. Enkele smoezelen met elkaar en bladeren zenuwachtig door de papieren die ze vasthouden. Bij sommigen is niet zichtbaar wie de cliënt of advocaat is. Ik ben op tijd, zoals gewoonlijk op mijn afspraken, dus ook bij de rechtbank. Nog maar even de tijd doden met LinkedIn op mijn telefoon.

Soms kijk ik even om me heen of ik de advocaat van de eisende partij herken tussen de schichtige mensen om mij heen. De naam van mijn bedrijf wordt omgeroepen, of ik naar kamer 4 wil komen. Ik loop naar binnen en ga zitten aan een soort rond gebogen tafel. De rechter zit voor mij op een verhoging en daarnaast de griffier. De advocaat die 4 stoelen rechts van mij gaat zitten is een jonge vrouw, ik schat een jaar of 30. Geen blik, geen hand, geen gedag, wellicht gaat het zo. Niet dat ik behoefte heb aan een hand, maar iets in mij zegt dat dat fatsoenlijk is.

De rechter verwelkomt ons kort en leest de faillissementseis voor van de tegenpartij en vraagt of deze klopt. ‘Is het juist dat de heer Hilgersom zijn betaal afspraak niet nakomt?’ Nauwelijks hoorbaar bevestigt de advocaat dat dit juist is, bevestigt de eis en kijkt weer omlaag in haar dossier. De rechter vraagt aan mij of dit klopt en of ik daar iets op te zeggen heb. Ik start vol vertrouwen mijn betoog. Dat het bedrag per maand te hoog is, dat ik een crediteuren akkoord heb uitgewerkt en ik het fijn zou vinden als de rechter daarnaar wil kijken zodat een faillissement voorkomen kan worden. Iedereen heeft dan iets i.p.v. niets.

De rechter vraagt aan de tegenpartij of dit nog te overwegen is. Stellig is het antwoord ‘nee’. Tegenpartij wil de hele schuld in één keer ontvangen. Bij niet betalen, dan faillissement uitspreken. De rechter kijkt nog een keer naar mij, vervolgens omlaag en zegt dat eisende partij in haar recht staat. Ik kan en mag in hoger beroep gaan, maar voor nu spreekt de rechter namens de rechtbank faillissement uit. Dit alles duurt zo’n 20 minuten.

De rechter kijkt mij aan, vraagt waar ik gevestigd ben en belooft haar best te doen een curator aan te wijzen bij mij in de buurt, die mij vandaag nog zal bellen om een afspraak te maken. Zijn er verder vragen? Nee? Dan kunt u gaan en wens ik u verder een prettige dag.

Verdoofd sta ik op met een ordner onder mijn arm. Mijn hoofd gloeit en ik loop naar buiten. Op straat heb ik even een blij gevoel, want ik aanschouw dat de wereld om mij heen gewoon doordraait. Plots besef ik dat die van mij stil staat, en dat zojuist het hele levensfundament onder mijn voeten is weggeslagen. 25 jaar ondernemerschap glipt door je vingers. Ik analyseer mijn gemoedsrust. Nee ik ben gelukkig niet dood, maar het voelt wel alsof er een dierbaar iemand is weggerukt uit mijn leven. Ik realiseer me dat de pijn van een faillissement een bizarre ongrijpbare wissel op je heeft, maar dat je ondanks dat toch verder moet.

De maanden erna zijn als een achtbaan. Je gaat alle kanten op. Er zijn spannende en leuke momenten, maar meer momenten die je echt niet wilt en toch doorheen moet. Alles wat je doet, of moet doen, maak je zo klein mogelijk. Hoe minder op je bord hoe beter. Vrienden, familie en zakenrelaties onder ogen komen vind ik vaak lastiger dan ik had verwacht. Op een verjaardag voelt het alsof iedereen om je heen succesvol is en jij mislukt. Het is ook nog je eigen stomme schuld. Wat ben je stil zegt men dan.

De bladzijden eigenwaarde zijn inclusief de verbindingslijm uit mijn hart en ziel gescheurd. Af en toe zie ik snippers liggen die ik opraap, maar ik krijg de bladzijden niet compleet. Misschien wel nooit meer…

Tegelijkertijd besluit ik mijn schouders eronder te zetten en ervoor te gaan; gas geven en knallen. En het lukt. Beetje bij beetje krabbel ik omhoog. Afgelopen jaar is denk ik wel de lastigste fase uit mijn leven. Ook de meest leerzame.

Het proces dat ik doormaak met de curator is bijzonder te noemen. Achteraf besef ik dat ik te maken heb met een curator die wil luisteren, maar tegelijkertijd geen centimeter onduidelijkheid duldt. Je kan het ook anders treffen heb ik me laten vertellen.

Vlak na het faillissement ben ik vrijwel iedere dag gaan zwemmen, als therapie. Gek, maar in het water voel ik mij vaak veiliger. Ik denk dat als ik dat niet gedaan had, ik veel lichamelijke klachten zou hebben opgelopen. Ik zwem nog steeds, bijna iedere dag. Dat heeft me gered. Tot op de dag van vandaag verbaast het mij dat er niets is geregeld binnen de overheid voor ondernemers die kopje onder gaan.

Alles bij elkaar opgeteld is het kwijtraken van je bedrijf, pensioen, huis en eigenwaarde traumatisch te noemen. Heden ben ik gewoon weer aan het werk en bouw ik langzaam alles weer op dankzij een paar hele lieve relaties. Uit dit proces heb ik geleerd waar het fout ging, waar ik fouten heb gemaakt en te goeder trouw ben geweest. Je leert ook de mensen goed kennen die je laten zitten of je niet meer bellen.

Dank voor het lezen van mijn verhaal.

Pluk de dag!

Met groet, Bob Hilgersom

P.S. Mocht je worstelen met een (bijna) faillissement en wil je daarover sparren of je ei kwijt? Wees vrij mij te bellen. Want ik weet: praten over je trauma helpt bij het verwerken ervan.. én ik kan goed luisteren. Bovendien kan ik je als ervaringsdeskundige wellicht voorzien van praktische adviezen. Want het is niet niks om dit traject alleen te moeten doorstaan. Schroom niet, en neem contact op, mijn nummer is 06 22035846.

Foto: Dirk Kuijt (Made by Dirk *)

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *