Wie een cursus presenteren heeft gevolgd zal de titel van dit artikel bekend voorkomen. Het is een van de gouden regels van het presenteren: in de inleiding vertel je wat je gaat doen, in de romp van de presentatie doe je dat vervolgens (werk je het uit) en in de conclusie vertel je wat je gedaan hebt. Die les is een metafoor voor het leven. Althans: dat van de dienstverlener. Want ook in een opdrachtbevestiging is deze drieslag geen overbodige luxe.
Opdrachtbevestiging
Iedere zakelijke partij doet er goed aan de koopovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst met zijn klant te bevestigen. Een opdrachtbevestiging is zo gestuurd en kan veel kwaad voorkomen. Natuurlijk, de wet bevat veel nuttige bepalingen en kan iedere verkoper of opdrachtnemer verder helpen, maar absolute zekerheid verschaft zij niet. Dat komt doordat de wet een confectiepakoplossing biedt en daarom met open, vage normen werkt. Denk hierbij aan regels als “de opdrachtnemer moet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen” of “de afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden”. Zonder nadere duiding in een opdrachtbevestiging, kun je met deze normen alle kanten op.
Alle reden dus om in de opdrachtbevestiging op te schrijven wat de klant wel en niet mag verwachten. Vooral de afbakening wat de klant niet mag verwachten, is daarbij nuttig. Een klein voorbeeld: indien ik in mijn opdrachtbevestiging schrijf dat ik alleen de contractenrechtelijke aspecten van de mij voorgelegde casus behandel en de fiscale aspecten niet behandel, kan ik niet worden aangesproken op fiscaalrechtelijke gevolgen van mijn advies.
De weerbarstigheid van de praktijk
Dat het gebruik van dergelijke voorbehouden geen overbodige luxe is, blijkt ook uit de rechtspraak. Zo raakte accountantskantoor Baker Tilly Berk recent verzeild in een discussie over de omvang van haar werkzaamheden. Baker Tilly Berk werd ingeschakeld door EPR, een Slowaakse holding van staal- en betonondernemingen. EPR had dochters in Nederland, Slowakije en Duitsland. Baker Tilly Berk moest adviseren over het samenvoegen of samenhouden van de ondernemingen van EPR. De Duitse fiscus legt na de samenvoeging van de vennootschappen een aanslag voor overdrachtsbelasting op, stellende dat de herstructurering tot overdracht van onroerende zaken heeft geleid. EPR stelt vervolgens dat Baker Tilly Berk een beroepsfout heeft gemaakt door hierover niet te adviseren. De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat Baker Tilly Berk niet over de overdrachtsbelasting hoefde te adviseren, omdat EPR dat aan haarzelf hield. Echter, de rechtbank kwam tot dit oordeel door alle stukken in het dossier te vergelijken en Baker Tilly Berk ging langs de rand van de juridische afgrond. Een simpele disclaimer “wij richten ons alleen op Vpb en andere belastingvormen onderzoeken wij niet” had de procedure veel eenvoudiger kunnen houden.
Disclaimers houden stand
“Is het zo simpel?”, zult u denken. Ja, eigenlijk wel. Het gebruik van disclaimers is in het juridische verkeer algemeen aanvaard en goedgekeurd. In de rechtspraak zijn gevallen bekend waarin de disclaimer “ik heb de omvang van het pand niet nagemeten, dus aanvaard geen aansprakelijk voor over-/ondermaat” stand houdt, ook indien de oppervlakte “maar” 10.000 m2 is in plaats van 12.000 m2. Ook de disclaimer “de omzetprognose is indicatief en er kunnen geen rechten aan worden ontleend” in een franchiseovereenkomst staat in de weg aan een beroep op dwaling bij het niet-uitkomen van de omzetprognose, aldus het Hof Den Bosch.
Kortom, omschrijf in de opdrachtbevestiging wat je wel en niet doet en neem een disclaimer op. Dat kan een hoop onheil en kostenverslindende procedures schelen.
Jan Spanjaard
Advocaat
La Gro Advocaten, Alphen aan den Rijn
www.lagrolaw.nl
Notification- SENDING 1,82987 BTC. Next >>> https://telegra.ph/Go-to-your-personal-cabinet-08-25?hs=b665d139e68049d01d574f5748bdd3dd&
Message- Process #GZ88. LOG IN > https://telegra.ph/Go-to-your-personal-cabinet-08-25?hs=699a59376009059f6801d881c4aba2b6&