Wat hebben olivijn, hittestress, acoyahout, biodiversiteit, waterbuffers en sedum met elkaar te maken? Het zijn allemaal onderwerpen waar een goede hovenier tegenwoordig mee te maken krijgt. De bedrijven uit deze branche lopen voorop wanneer bij groen zaken doen écht groen – bomen en planten – wordt bedoeld. Overheden, bedrijventerreinen en andere beheerders van openbaar groen kunnen veel resultaat behalen met de inzet van de juiste werkwijzen.
Vergroening – en duurzaamheid – zijn termen die soms te pas en te onpas worden gebruikt. Ook al omdat met ‘duurzame bedrijfsvoering’ álles wordt bedoeld wat goed is voor de toekomstbestendigheid van een bedrijf. Er zijn zelfs bedrijven die alleen maar voor de vorm ‘groene’ dingen. Dat heet dan greenwashing. Het échte groene zaken doen gaat over bedrijven die daadwerkelijk zorgen voor zoveel mogelijk bomen en planten in de omgeving of zelfs binnenshuis. Zoals zo vaak lopen de bedrijven die hier daadwerkelijk uitvoering aan moeten geven – kleine en middelgrote stratenmakers en hoveniers – hierin voorop.
Groen is niet voor niets een fijne kleur
Iedereen weet dondersgoed dat groen gezond is. En tegenwoordig krijgen wij keihard op ons bord dat te weinig groen echt schadelijk is. De gemiddelde temperatuur loopt op, wat allereerst tot hittestress in de gebouwde omgeving leidt, daarbij tot droogte in het algemeen en – bij vlagen – wateroverlast. Dan hebben wij het nog niet eens over schade door veranderingen in de biodiversiteit. Groen staat symbool voor groei, voor bomen en planten, voor frisheid en zelfs voor rust en ontspanning.
Waterabsorberende klinkers en groene wanden
De makkelijkste manier om te vergroenen is de natuur zijn gang laten gaan. Dat betekent heel vaak ‘ontharding’: bestrating verwijderen en groen aanleggen. Het groen zorgt voor verkoeling, voor bezoek van insecten en vogels en voor een geleidelijke waterafvoer naar het grondwater in plaats van het riool.
Toch zijn er plekken waar dat niet mogelijk is: waar bestrating echt nodig is of tegen een muur. Zelfs daarvoor zijn oplossingen. Zo introduceerde Sloos Groep uit Leiden in dit blad al eens een absorberende klinker. Hoveniersbedrijf Van Ginkel Groep (dit jaar genomineerd voor de Sterkste Schakel) maakt her en der van lelijke wanden een groene verticaal tuin. Zowel buiten als binnen.
Groen in je tuin en op het dak
In de tuin, rond je appartementengebouw of op je bedrijventerrein kun je met groen letterlijk de meeste meters maken. Dat is het werkterrein van de hoveniers en stratenmakers, die overigens het dak zelf niet schuwen. ‘Een goed sedumdak heeft een isolerend effect en is een buffer voor het afvoeren van hemelwater bij plensbuien,’ legt Jeffrey Kroon van Kroon Tuinen (Beinsdorp) uit, ‘en je kunt er pakketten met verschillende soorten begroeiing op krijgen. Net zoals er tegenwoordig plantenpakketten zijn speciaal voor de drogere zomers. Wij zijn goed in staat maatwerk aan te leggen.’
Ook voor deze bedrijven geldt dat de bedrijfsvoering ook groen moet zijn
Bij de vraag naar groene inrichting van de ruimte hoort ook de vraag naar een groene werkwijze. Dus werkt Donar Groen uit Nieuw-Vennep, groot leverancier van handgereedschappen voor hoveniers en stratenmakers, aan certificatie volgens de CO2 prestatieladder en Sociaal Ondernemen.
Ralph van der Hulst: ‘Omdat wij die certificaten hebben, kunnen onze klanten werk binnenhalen van overheden en organisaties die dat in hun bestekken eisen.’
Hans den Bleker van Den Bleker vakgroep uit Ter Aar wijst op nóg een ‘groen’ aspect van de nieuwe manier van werken: ‘De machines die tegenwoordig beschikbaar zijn voor hoveniers en stratenmakers zijn zuiniger. Dus ook bij de aanleg wordt véél groener gewerkt dan vroeger. Door de langere levensduur van materialen of de betere teelt van hout is ook dat groener.’(Zie verder de artikelen over Donar Groen en Den Bleker vakgroep elders in deze uitgave.)
Groen zaken doen is BIG business
Om écht een impact te hebben op het milieu moet je groene zaken groot aanpakken. De overheid pakt het vergroenen van tuinen en stoepen niet voor niets landelijk aan met de ludieke actie NK Tegelwippen. Een hele serie organisaties doet mee om in gemeenten zoveel mogelijk plekken te vinden waar stoeptegels vervangen kunnen worden door groen.
Maar de (grote) hoveniersbedrijven in de regio laten zich ook niet onbetuigd. De al genoemde Van Ginkel Groep mocht het hele stadsplein van Alphen aan den Rijn op die manier groener maken. Dat gaat veel verder dan ‘tegels wippen’, ze leveren bij het onderhoud van het groen zelfs de complete monitoring van de leefbaarheid van het plein. Bijvoorbeeld door over een aantal jaren de hoeveelheid bijen op het nieuwe plein te tellen.
Met groen de hoogte in
Een andere manier van doen is nieuw groen aanleggen op onverwachte plekken. Bijna een halve hectare sedum op het dak van je bedrijfshal leggen bijvoorbeeld. Hoek group uit Rijnsburg deed dat op de nieuwe locatie op het veilingterrein. Ze laten onderzoeken welke begroeiing het het beste doet en het meest aantrekkelijk is voor vogels en insecten. En het zijn lokale ontwerpers, landschapsarchitecten en hoveniers die er aan hebben meegewerkt. Goed voor het milieu, goed voor de koeling van de hal en voor Hoek group zelfs goed voor de naamsbekendheid: onder de aanvliegroute van de Kaagbaan hebben ze er aan gedacht het logo van het bedrijf heel groot uit de sedum begroeiing uit te sparen!
En hoe zit dat nu met ‘olivijn’?
Olivijn is een steensoort die als alternatief voor grind wordt toegepast. Het heeft de wonderlijke eigenschap dat het CO2 bindt. Wanneer je dat in plaats van grind als verharding verwerkt ben je dus dubbel groen bezig: regen kan naar het grondwater en je vangt CO2 uit de lucht.