In de 70-er jaren bestond automatisering uit een mainframe of minicomputer die door IBM in de kelder werd neergezet. De IT manager was de baas. De gebruikers werd de software voorgeschoteld, veel te kiezen was er niet voor ze. Daarna kwamen er PC’s. Doordat gebruikers daarop zelf hun software konden installeren verloor de IT manager veel van zijn macht. En ging zich noodgedwongen toeleggen op apparatuur en techniek.
Met de opkomst van het Internet is er weer een omgekeerde beweging gaande. Met fenomenen als Cloud en SaaS wordt de IT weer centraal. De achterliggende techniek heeft een grote vlucht genomen. Met aansprekende innovaties zoals virtualisatie. De gebruikers stellen hoge eisen aan de beschikbaarheid en de beveiliging. De complexiteit is daarmee flink toegenomen en de optie om zelf zo’n cloud te bouwen is door de IT-manager van een gemiddelde MKB+ organisatie dan ook nauwelijks te behappen.
Maar gelukkig leveren moderne, gespecialiseerde Cloudproviders veel veiliger en veel goedkoper dan dat MKB organisatie dat zelf zou kunnen. Je zou dus zeggen: de IT manager springt een gat in de lucht. Hij kan zich nu weer net als vroeger toeleggen op het echte werk. De informatiearchitectuur, selectie van providers, het ondersteunen van gebruikers en het optimaliseren van de workflow. Toch gebeurt dat nog maar mondjesmaat. Veel IT managers blijven het liefst de technologie zelf bouwen. Maar zo draait menig IT manager zichzelf en zijn werkgever wel een rad voor de ogen. Hij koestert de illusie hetzelfde te kunnen als de grote jongens en wijst trots naar zijn moderne servers. En mist zo de kans om échte toegevoegde waarde te leveren voor zijn werkgever. Geldt ook hier “Toys for boys”?
Michiel Steltman, Distel Cloud Services