Gemeenteraadsverkiezingen en het eigenbelang van ego’s

Ik heb het zelf meegemaakt. Ik werd in 1997 gevraagd me verkiesbaar te stellen voor de VVD in Oegstgeest. Ondanks plaats 3 op de lijst, kreeg ik maart 1998 driemaal zoveel stemmen als nodig was om een raadszetel te kunnen bezetten.

Juist omdat ik projectontwikkelaar ben, wilde men dat ik wethouder werd. De gemeente kwam er namelijk niet uit met wat nu de wijk Nieuw-Rhijngeest is, zo ook niet met de ontwikkeling van Winkelcentrum De Lange Voort. De eerste maanden moest ik zowel bij de ambtenaren als de burgers de argwaan over mogelijke belangenverstrengeling overwinnen. Gelukkig met succes. De grootste partij was toen, met zo’n 40% van de stemmen, Leefbaar Oegstgeest, nu omgedoopt tot Hart voor Oegstgeest. Vooral het winkelcentrum was een lastig ding. Ik besloot voor een aanpak, zoals ik in mijn dagelijkse praktijk eerder toepaste bij bijvoorbeeld de transformatie van het rijksmonumentale Dudok-gebouw aan de Witte Singel in Leiden tot rechtbank. Zo stichtte ik een klankbordgroep, waarvoor ik voornamelijk mensen uitnodigde die sceptisch, zo niet afwijzend tegenover een uitbreiding van het winkelcentrum stonden. Dat bleken vooral leden of aanhangers van Leefbaar Oegstgeest te zijn. Tijdens de planvorming betrok ik hen bij alles en nodigde ik de meest felle tegenstanders met regelmaat op mijn kamer uit voor een nadere toelichting. Langzamerhand kwam zo de aap uit de mouw. Er bestond een enorme argwaan, zo niet wantrouwen bij de leden van Leefbaar Oegstgeest tegen alles wat van de VVD kwam. Mijn ogen hadden over de oorsprong daarvan al open kunnen gaan toen onze fractievoorzitter bij de start van de formatie van het nieuwe college L.O. wethouder Heleen Steens in haar rol als formerend voorzitter publiekelijk toebeet: “Je kunt daar nu wel heel interessant in een mantelpakje wethouder gaan zitten spelen, maar dat houdt niet in dat je verstand van de materie hebt”. Kinnesinne dus, omdat Leefbaar Oegstgeest grotendeels uit oud-VVD’ers was ontstaan. Met deze fractievoorzitter heb ik dan ook grote problemen ervaren. Hij wilde niet dat ik overleg voerde met wat volgens hem de tegenpartij was. Zo heeft hij het doen bestaan om binnen de raadscommissie mijn uiteindelijke presentatie van de Langevoort-plannen met allerhande oneigenlijke argumenten volledig aan flarden te schieten. Ik heb later nog eens met verbazing de bandopname van die vergadering teruggeluisterd. De frustratie bij hem droop ervan af. Binnen raadscommissies worden de meeste besluiten al informeel genomen, die dan, behoudens als er toch te veel oppositie is, later in de gemeenteraad als hamerstuk worden vastgesteld. Binnen de commissie bleek mijn plan, zonder instemming van mijn eigen VVD, verder raadsbreed te worden gedragen. Direct na deze illustere bijeenkomst heb ik voornoemde fractievoorzitter meegedeeld: “Heer, het is het één of het ander. Je ziet dat het plan eigenlijk al door de raad is. Ik werk er absoluut niet aan mee het een draai te geven waardoor Leefbaar Oegstgeest afhaakt, want wil het voor de historie niet op mijn geweten hebben dat het er dan komt, terwijl 40% van de bewoners er niet achter staat. Jouw haat jegens die partij is jouw probleem en is gegrond op deels jouw eigen fouten, want het gros van de stemmen voor Leefbaar Oegstgeest behoorden oorspronkelijk toe aan de VVD. Je kunt kiezen, of je vertelt tijdens de raadsvergadering hoe geweldig het plan eigenlijk is en dat de VVD er volledig achter staat, of ik stap ter plekke op als wethouder en leg daarbij uit waarom jij daar verantwoordelijk voor bent.” Voor dat eerste is hij gezwicht en hield tijdens de betreffende raadsvergadering een positief verhaal. Het plan werd unaniem aangenomen. Ik had er echter, ondanks een zeer goede relatie met de overige fractieleden en de raad, dusdanig mijn buik van vol, dat ik twee van mijn beste vrienden vroeg mij te adviseren hoe en wanneer ik het beste zonder kleerscheuren kon opstappen. Dat heb ik een half jaar later gedaan.

De VVD is, zowel landelijk als lokaal, één van de minst democratische partijen van Nederland geworden. Ze luistert niet naar haar leden en niet naar de burger. Het partijstandpunt is steeds linkser, vandaar dat Groen Links graag tot het huidige kabinet had willen toetreden. Die VVD is vooralsnog ook geen partij meer voor de ondernemer. Alles draait om eigen belang. Kijk maar naar Rutte, die zo lang mogelijk in het zadel blijft zitten. Maar ook lokaal kan één poppetje de zaak vernachelen. Toch ben ik lid gebleven, in de hoop op betere dagen. Tussen de VVD-fractieleden in de Tweede Kamer bevinden zich personen die kwalitatief dusdanig sterk zijn, dat zij zich nu maar eens collectief naar boven moeten worstelen. Stemadvies: De persoon die u het meest vertrouwt in het nastreven van het algemeen belang.

Menno Smitsloo
Reacties: [email protected]
Twitter: @mennosmitsloo

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *