Afgelopen zaterdag zouden we weer eens met de kinderen en kleinkinderen een stukje gaan wandelen in de natuur. Ditmaal vertrekken wij naar het oeroude Bos van Wijckerslooth in Oegstgeest. Lopen we net te genieten, of mijn telefoon verstoort de rust van de fraaie natuur. Vriend Jacques aan de lijn. ‘Wat ben je aan het doen?’, vraagt hij. ‘We lopen met de kinderen in het Bos van Wijckerslooth,’ antwoord ik. ‘Ben je nou helemaal gestoord, en dat ook nog eens met die kleintjes erbij! Ik dacht dat zeker jij plaatselijk genoeg was ingevoerd, het staat daar stijf van de vleermuizen, de veroorzakers van alle ellende. En de gemeente doet alles om dat smerige, gevaarlijke ongedierte in stand te houden’. Geschrokken en beduusd bedank ik hem en leid de familie versneld naar de uitgang. En zo rijden we met een onvoldaan gevoel weer huiswaarts. Ik word echter pas echt chagrijnig als ik dan, toevallig of niet, op de autoradio Die Fledermaus van Johann Strauss jr. hoor. Spontaan scheld ik: ‘jij verdomde vleermuis, pleurt op’.
Normaal gesproken gingen we dan altijd aansluitend met onze nazaten en aanhang ergens lunchen. Dat zit er denk ik helaas in ieder geval tot de herfst niet in. En dan nog is het maar de vraag. Zie je het voor je, als de horeca weer open mag? Wij komen dan bij de ingang van het restaurantterras aan. De eigenaar staat daar hoopvol, met menukaart in de hand, om eindelijk weer een klant te begroeten. Dan ziet hij ons als enthousiast groepje en moet hij ons bijna met tranen in de ogen meedelen dat hij geen tafel heeft die groot genoeg voor ons is: ‘Jullie zijn met zijn 17en, dus als je tegenover elkaar gaat zitten en anderhalve meter van elkaar af, moet die tafel 12 meter zijn, en die heb ik niet’. Als ik dan opper dat een gezin toch wel dichter bij elkaar moet mogen zitten, zegt hij: ‘Dat moet je aan minister-president Mark Rutte vragen. Waanzin natuurlijk, maar ik heb al genoeg geld verloren, en kan me niet nog eens een boete van duizenden euro’s veroorloven’. Geen familiewandeling met aansluitende lunch dus, en voorlopig maar afwachten. Zo kregen wij van het Kabinet de afgelopen maanden meerdere persconferenties voorgeschoteld, die bol stonden van de tegenstrijdige uitspraken. Meestal niet gebaseerd op enige adequate kennis van zaken. Laat staan dat er bij onze regering sprake is van praktisch inzicht, of enig idee hoe je een onderneming draaiende houdt. Als het zo uitkomt, worden deskundigen opgevoerd, die elkaar dan bij herhaling tegenspreken. Het ene moment zouden mondkapjes en coronatesten overbodig zijn, maar ook niet voor ons beschikbaar, terwijl diezelfde kapjes nu plots wel per 1 juni in het openbaar vervoer verplicht worden. Dezelfde testen bleken wel op honden en katten te worden toegepast. Contactberoepen als kappers en masseurs mochten per 11 mei zonder kapjes aan de slag. Sportscholen – waar een weliswaar beperkter aantal apparaten zeker ver genoeg uit elkaar te plaatsen is – mogen daarentegen pas op 1 september weer open. Fitnessketen BigGym spant daarom een kort geding tegen de Nederlandse staat aan. Het economisch belang wordt dus door dit Kabinet totaal niet onderkend. Het is niet hun geld en de bewindslieden zien niet hoeveel onnodig ondernemersinkomen zo verloren gaat, om het over de minister van Economische Zaken, Wiebes, en zijn staatssecretaris Mona Keijzer maar niet te hebben. Zij hadden de verschillende bedrijfstakken al lang perspectief moeten bieden hoe er weer zo snel mogelijk binnen de anderhalve meter-maatschappij aan de slag kan worden gegaan. Je moet toch half idioot zijn om te verzinnen dat er maar 30 man in een restaurant of theater mogen? Die passen met die anderhalve meter in de meeste restaurants niet, terwijl theaters vaak verantwoord veel meer gasten kunnen herbergen. Laten we de ondernemers die nog in de lucht zijn en zichzelf op hun deels dan wel volledige herstart voorbereiden, in ere houden en steunen zodra zij weer in beeld zijn. Want voor niets gaat de zon op. Een regionaal magazine als Rijnstreek Business bijvoorbeeld, dat zowel in hard copy als digitaal gratis verschijnt, verdient deze support ook.
Het lijkt daarbij wel of het RIVM als dé opgevoerde hoofddeskundige instantie, los van voornoemde tegenstrijdige adviezen, verder alleen maar de dagelijkse cijfertjes kan publiceren. Die bieden in ieder geval hoop, aangezien de IC’s weer in groten getale beschikbaar komen. Het Outbreak Management Team, dat uiteindelijk de Kabinetsbeslissingen aanstuurt, behoeft sowieso versterking door practici, want functioneert nu als de slager die zijn eigen vlees keurt. Het bestaat uit minister De Jonge, alweer die RIVM en enige wetenschappers, maar zonder economen. Kortom, ieder van ons moet uiteindelijk zelf het verantwoordelijkheidsgevoel opbrengen om de regels na te leven, door zo samen een nieuwe uitbraak te voorkomen. Totdat er, hopelijk spoedig, een vaccin ter voorkoming van dat rottige vleermuisvirus is gevonden.
Menno Smitsloo
Reacties via [email protected]
Te volgen op Twitter met @mennosmitsloo
