Wij Nederlanders houden van doorpakken. Ook ik vind het een mooi woord. Het laat zich nauwelijks in één begrip vertalen. Google Translate komt met “weitermachen” voor de Duitsers, “continuer” voor de Fransen en voor de Britten (vooruit het mag nog even, nu ze met die Brexit toch niet doorpakken) “to continue”. Maar dat betekent allemaal gewoon “doorgaan”. Dat is niet hetzelfde.
Doorpakken is doorgaan als je van iets de slag te pakken hebt. Maar dan ook weer niet zinloos doorgaan. Nee, er valt voordeel te halen als je doorpakt. Nu of nooit, niet aarzelen, hou het momentum vast. Ik zei het ooit ook wel eens tegen mijn kinderen: “Kom op, je hebt je schoolboeken opgeruimd, nu kan de rest van je kamer ook wel even aangepakt worden.” Dat resulteert dan in een wezenloze blik waarna het betreffende kind zijn telefoon pakt en overgaat tot de orde van de dag. Nee, doorpakken is niet iets voor pubers. Wij ondernemers echter, wij houden van doorpakken, want dan valt er wat te verdienen.
Doorpakken kan ook betekenen dat je momentum creëert. Het kan als opeens de mogelijkheid ontstaat iets te doen wat je al lang op de agenda hebt. Dat lijkt wat opportunistisch, maar dat hoeft het niet te zijn. Elke ondernemer, elke bestuurder heeft wel één of meerdere dingen in zijn achterhoofd die hij of zij nog wel eens zou willen. Elke organisatie heeft wel iets te wensen. Daarom vind ik dat ondernemers, bestuurders, teams binnen organisaties wel eens wat meer met elkaar mogen dagdromen. Wat zou nou goed, gaaf, rendabel zijn voor ons? Even zonder beperkingen. Het helpt te zien wat je eigenlijk met elkaar zou willen. En het kan misschien niet op dat moment, maar het helpt je richting te bepalen en vooral: kansen te herkennen als ze voorbij komen.
En dan: doorpakken natuurlijk!
Doorpakken heeft ook iets intuïtiefs. Ben je geoefend in iets, dan volgt uit de ene handeling of gebeurtenis automatisch, vloeiend, de volgende voort. Ik heb het niet over routinematig werk. Ik heb het over creativiteit die door ervaring, training, inzicht meer tot uiting komt. Dit zie je vaak in de sport. Neem Ajax. Dat heeft geen toelichting nodig. Je ziet wat een goed team vermag. Je ziet bij de tegenstander ook wat een individu, hoe fantastisch ook, niets voor elkaar krijgt als het team eromheen niet functioneert. Ronaldo moet een eenzaam mens zijn dezer dagen.
Dat intuïtieve van doorpakken verdient het om in een organisatie in te bedden. Je kijkt elkaar aan, een blik is voldoende: gáán met die banaan! (Probeer ook deze niet te vertalen – anders word je vreemd aangekeken.) Het vergt lef. Als er geen tijd is om te communiceren moet je het vooraf hebben gedaan. En daarom, nogmaals, is het zo belangrijk met elkaar te praten over waar je met elkaar naartoe wilt, wat je met elkaar wilt. Daar komt nog bij dat je daarmee het toeval ook een beetje helpt. Je creëert de kansen. En komen ze, dan kun je, húp, doorpakken.
JAN VERSTEEGH, VOORZITTER VNO NCW BEDRIJFSLEVEN RIJNLAND