Box 3-heffing een onrechtmatige verrijking van de Staat?

Over de box 3-heffing (vermogensrendementsheffing) is al jaren discussie. De vraag is of sprake is van een onrechtmatige verrijking van de Staat.

Voor de belastingheffing wordt uitgegaan van een fictief rendement van 4% op het vermogen, waarover 30% belasting is verschuldigd. Het werkelijke rendement doet niet ter zake. Bij de introductie van de vermogensrendementsheffing is het forfaitaire rendement gesteld op 4%. Deze 4% is het langjarig gemiddelde risicovrije rendement dat een belastingplichtige geacht wordt te kunnen behalen op zijn box 3-vermogen. Destijds is het rendement op staatsobligaties gebruikt als benchmark. Er is gekozen voor een langjarig vaststaand gemiddeld forfaitair rendement, omdat de opbrengst van box 3 hierdoor solide en vrij constant is, en niet één op één met de marktontwikkelingen mee fluctueert, zoals bijvoorbeeld met de AEX-index.

Al enkele jaren wordt door veel belangplichtige een lager rendement op het vermogen behaald dan het fictieve rendement van 4%. Als je uitgaat van een werkelijk rendement van 2% dan bedraagt de belastingheffing 60% van het behaalde rendement. Bij een werkelijk rendement van 1,2% of minder bedraagt de belastingheffing zelfs 100% of meer.

Beleggers zagen de afgelopen jaren ook nog eens hun portefeuille flink in waarde verminderen. Dit verlies is nog niet goedgemaakt. Verhuurders van panden zagen hun panden leegstaan hetgeen betekent dat zij belasting betalen terwijl het werkelijke rendement nihil bedraagt.

De staatssecretaris van financiën heeft in 2013 reeds aangegeven voorlopig de rendementsheffing niet te wijzigen.

Een van de belangrijkste conclusies uit het rapport van de commissie-Van Dijkhuizen is dat de vermogensrendementsheffing omlaag moet. De commissie wil dat het fictieve rendement wordt verlaagd en gekoppeld aan de daadwerkelijke spaarrente. Hof Den Bosch heeft recent uitspraak gedaan op de vraag of de huidige box 3-heffing een onrechtmatige verrijking van de Staat inhoudt. Het Hof heeft beslist dat de rendementsheffing niet in strijd is met het Europese recht of internationale verdragen.

Met de uitspraak van hof Den Bosch en het feit dat de Staat de inkomsten nodig heeft is het maar de vraag of de huidige vermogensrendementsheffing aangepast zal gaan worden. Het wrange is dat de vermogensrendementsheffing geen onrechtmatige verrijking van de Staat is maar wel zo wordt gevoeld.

Oscar Meijrink, belastingadviseur bij Bunnig & Partners Leiden

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *