Gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude, Energie Beheer Nederland (EBN) en netwerkbedrijf Firan hebben onlangs de Intentieovereenkomst Ontwikkeling Regionaal Warmtebedrijf ondertekend. Daarmee hebben de partijen afspraken gemaakt om de oprichting van een gezamenlijk regionaal warmtebedrijf verder te onderzoeken. De uitkomsten van het onderzoek worden nog voor het einde van dit jaar verwacht.
In 2050 moeten alle gebouwen in Nederland van het aardgas af zijn. Een flinke opgave waar veel voor moet gebeuren. Het onderzoek naar een mogelijk regionaal warmtebedrijf is één van de initiatieven die de gemeente Katwijk onderneemt. Eind mei wil Katwijk haar inwoners daarbij ook vragen naar hun ideeën over de betaalbaarheid van warmteoplossingen. De gemeente gebruikt de uitkomsten van deze burgerraadpleging voor de verdere plannen en beleid.
Regionaal warmtebedrijf
De regering bereidt wetgeving voor om de overgang naar een aardgasvrije gebouwde omgeving te vergemakkelijken. Eén van die nieuwe wetten is de Wet collectieve warmte (Wcw). Daarin staat onder andere dat de levering van warmte in publieke handen moet komen. Dit betekent dat lokale overheden en andere publieke instellingen de meerderheid van de aandelen van een warmtebedrijf hebben. Dit zorgt ervoor dat publieke waarden (zoals betaalbaarheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid) geborgd worden. Zo’n publiek warmtebedrijf heeft geen commercieel winstoogmerk en streeft naar maatschappelijk rendement en lage eindgebruikerskosten.
De gemeente Katwijk kiest er samen met omliggende gemeenten op dit moment voor om de oprichting van een publiek warmtebedrijf op regionale schaal te onderzoeken. De gemeente mist zowel de kennis, als de middelen om een lokaal warmtebedrijf op te richten. Bovendien heeft een regionaal warmtebedrijf allerlei schaalvoordelen.