Zaterdagmiddag, ergens langs de lijn. De thuisclub is met een mooie 2-0 voorsprong de kleedkamers ingegaan. De tweede helft is nog niet begonnen of de tegenstander scoort vanuit het niets 2-1. En ineens zie je het gebeuren. De rust en zekerheid waarmee in de eerste helft gevoetbald werd is bij de thuisclub volledig verdwenen. Slechte passes, domme acties, er gaat werkelijk niets meer goed. De wedstrijd kantelt volledig en de gasten komen op gelijke hoogte.
In 1990 kreeg ik een telegram met als openingstekst Don’t panic! Wat volgde was slecht nieuws, waarvan ik inhoud nog wel, maar de exacte woorden niet meer ken. Geen paniek. Die woorden zijn me wél altijd bijgebleven en hebben me ook in later jaren geholpen om rustig te blijven, ook als de wereld om je heen, letterlijk of figuurlijk, instort.
We leven in een tijd van chaos. Amerika lijkt van vriend te veranderen in vijand. Poetin is zo onbetrouwbaar als hij al jaren is. Oorlog dreigt aan de grenzen van Europa en de stabiliteit in eigen land is op zijn zachts gezegd niet optimaal. Paniek gaat ons niet redden. Wat wel? Misschien kalmte, waardoor we de scherpte houden om te reageren op wat er gebeurt en te kijken naar waar wél kansen liggen.
De trainer hield zijn hoofd koel. Hij wist door een aantal routiners in te brengen de rust in de ploeg terug te brengen. De thuisclub stond op en won met 3-2.