Oegstgeest, een pittoresk dorpje waar de heggen strak geknipt zijn en de auto’s duurder dan het gemiddelde jaarsalaris. Een plek waar de notabelen der samenleving hun toevlucht zoeken, maar waar het gemeentebeleid soms met de elegantie van een losgeslagen winkelwagentje door de bochten gaat. Geen zorgen, er is nog hoop. Mits we natuurlijk stoppen met het zetten van koffiedik in plaats van stappen.
Het dorpshart: meer dan een rotonde en een bankje
Neem nou de De Kempenaerstraat, een straat die net niet weet of het een winkelboulevard of een doorfietsroute is. Het eerste deel, tussen de Geverstraat en de Terweeweg, zou een prachtig autovrij dorpscentrum kunnen worden. Maar ja, auto’s zijn in Oegstgeest heilig. Toch is er een oplossing: drie toegangswegen blijven over, en als dat niet genoeg is, kan er altijd nog een gebouw sneuvelen. Hoppa, parkeerprobleem opgelost door parkeergarage op parkeerterrein Terweeplein en ruimte voor terrasjes, galeries en boetiekjes die de lokale charme naar een hoger niveau tillen. Maar ja, er moet natuurlijk wel iemand de moed hebben om te zeggen: “Nee, hier komt geen nieuwe tandartspraktijk, schoonheidssalon of sportschool bij!” Want laten we eerlijk zijn, een cappuccino op een gezellig terras smaakt toch nét iets beter dan een wortelkanaalbehandeling.
Feesten en de markt in het Irispark
Eindelijk ruimte voor een écht dorpsfestijn! Het winkelcentrum De Lange Voort is geen pittoresk prentenboek, maar een no-nonsense boodschappenparadijs. Voor de deur ligt het Irispark, waar de Verhalenverteller na 25 jaar zwijgend op zijn kop staat. Hoog tijd dat hij een stapje terugdoet. De heuvels? Mooie middeleeuwse knipoog, maar laten we eerlijk zijn: we willen ruimte om te dansen, hossen en haringhappen. En sowieso zou de wekelijkse markt daar meer fun bij de winkels bieden. Weg met de bulten, vlak die boel en laat de feesttenten en marktkramen verrijzen! Het dorp verdient spektakel!
Het hoogspanningsdilemma: een schokkend probleem
Over kortzichtigheid gesproken: de bovengrondse hoogspanningsleidingen. Al decennialang een doorn in het oog, maar onder de grond ermee? Ho maar. Netbeheerder Tennet wilde wel een deal sluiten: Oegstgeest zou 4,7 miljoen betalen, terwijl Tennet de resterende 26,6 miljoen voor zijn rekening nam. Klinkt als een koopje, toch? Niet voor de gemeente, die het aanbod liet verlopen. Het resultaat? Een dorp waar de woningbouw praktisch op slot zit, omdat er geen ruimte is. Maar ja, regels zijn regels, en in Oegstgeest betekent dat vooral: alles bij het oude houden, zelfs als dat ten koste gaat van woonruimte. Totdat je je realiseert dat de lijst woningzoekenden tegen die tijd waarschijnlijk langer is dan de gemiddelde IKEA-kassaslang op zaterdagmiddag. Wat te doen? Simpel: afgeschreven bebouwing slopen en hoogbouw neerzetten. Ja, ik hoor de Oegstgeester elite al klagen over horizonvervuiling, maar als je wilt dat je kinderen ooit nog in de buurt kunnen wonen, moet je ergens ruimte maken. En nee, een tiny house in de achtertuin van een villa telt niet mee.
Vuurwerk: knallen of kniezen?
Dan hebben we nog de vuurwerkdiscussie. Tweederde van de inwoners wil een verbod, maar de gemeenteraad denkt: “Handhaven? Dat gaat toch niet lukken.” En dus blijven we knallen alsof het een militaire oefening is. Cobra’s, illegaal vuurwerk, en ieder jaar weer een reeks overwerkte huisdieren en mensen die hun eigen hand met een aansteker verwarren. De logica hierachter? Geen idee. Maar als het zo doorgaat, wordt de volgende stap dat we ook verkeersregels maar afschaffen omdat niet iedereen zich eraan houdt. “Rood licht? Ach, dat negeren ze toch wel.”
Conclusie: er is hoop, maar dan moeten we wel willen
Oegstgeest is een geweldig dorp, maar soms zit het zichzelf hopeloos in de weg. Er liggen kansen genoeg om het nog mooier, leefbaarder en inclusiever te maken. Het vraagt alleen een beetje lef, wat minder ambtelijke voorzichtigheid en misschien – heel misschien – de bereidheid om eens buiten het oude vertrouwde kader te denken. Dus gemeente, doe eens gek: maak het dorp niet alleen aantrekkelijk voor wie er al woont, maar ook voor wie er graag wil wonen.
Menno Smitsloo
reacties via [email protected]
op X te volgen met @mennosmitsloo