Iedereen gaat zo langzamerhand gebukt onder de strenge coronamaatregelen, maar ondernemers krijgen het nog eens extra voor de kiezen. Hoe kunnen ondernemersverenigingen hen nu ondersteunen? Wat is hun toegevoegde waarde op dit moment? Wachten ze vooral af of initiëren zij juist van alles? Is hun rol veranderd en hoe zien zij de toekomst? Wij gingen in gesprek met de voorzitters van enkele ondernemersverenigingen in onze regio.
Door Sandra Zuiderduin, TekstOntwerp
Arjan van den Akker, voorzitter Noordwijkse Ondernemersvereniging (NOV), vertelt hoe zijn vereniging bij de allereerste maatregelen al direct actie ondernam. “Op dag één zaten we al op het gemeentehuis om te beoordelen wat de hele situatie zou betekenen voor ons. Soms één à twee keer per maand, maar op een zeker moment zelfs wekelijks. Zo hebben we steeds gekeken naar hoe we de maatregelen praktisch door konden voeren en hoe iets daarna weer beter kon. Hoewel we ondernemers niet direct konden ondersteunen, konden we wel hun belangen verzamelen en hun boodschap naar de gemeente toe verwoorden. Daarna hebben we in gezamenlijkheid bekeken aan welke knoppen we nog wél konden draaien. Zo was het uitstellen van de gemeentelijke belastingen hier snel voor elkaar.”
Ronde tafelgesprek met fractieleiders lokale partijen
Interactie, proactiviteit en vooral communicatie is en was dus de belangrijkste focus bij NOV. “Zo hebben we vrijwel direct de fractieleiders van de lokale politieke partijen uitgenodigd voor een ronde tafelgesprek. De dag dat dit kon, zaten we bij elkaar om ondernemers hun verhaal te laten doen. Maar ook hebben we al snel de frequentie van onze nieuwsbrief naar één keer per week opgeschroefd. Onze leden voelden zich hierdoor goed op de hoogte gehouden en daardoor is een nog groter gevoel van saamhorigheid ontstaan. En nu onze Noordwijkerhoutse collega’s er sinds januari ook bij zijn, kunnen we alleen nog maar een grotere vuist maken.”
Ook voorzitter Gerrit Jan Bezemer van Platform Voor Ondernemers Oegstgeest (PVOO) merkte direct de gevolgen. “Deze club was gewend om één keer per maand bijeen te komen tot COVID-19 uitbrak. We hebben alleen nog net de haringparty kunnen organiseren, maar daarna viel alles in elkaar. Wat evenementen betreft is het een heel droevig jaar geweest.” Om te polsen hoe haar leden ervoor stonden, deed de PVOO een enquête. “Zo konden we vragen hoe het ging, hoe ze ervoor stonden en hoe ze de toekomst zagen. Ook hebben we enkele ondernemers telefonisch benaderd voor verdere uitleg hierin. Zo kregen we een goed beeld van de toestand hier. We konden dan wel niet meer bij elkaar komen, maar nog wel hun verhaal vertellen.” ‘
Netwerk aan kennis en ervaring
Een klankbord voor haar leden. Dat is wat PVOO in deze tijd dus vooral wil zijn. “Daarom hebben we nog meer ingezet op het contact met de wethouder en hem gevraagd wat hij nog voor ondernemers kon doen. Tegelijkertijd wilden we onze leden ook laten weten dat we er voor hen zijn. Zo stuurden we ze eerder een flesje wijn ter ondersteuning en hebben we bijvoorbeeld de contributie voor komend jaar gehalveerd. Uiteindelijk zijn dat maar doekjes voor het bloeden natuurlijk. Onze toegevoegde waarde is ons netwerk aan kennis en ervaring waar iedereen gebruik van kan maken. Zo kan een ondernemer via ons zijn vraag stellen aan iemand die daar al ervaring mee heeft.”
Verbinden is ook iets waar de Katwijkse Ondernemersvereniging (KOV) vanaf het coronabegin op inzet. Zo praat het bestuur veel met de gemeente, ondernemers en koepelverenigingen, maar ook met collega-ondernemersverenigingen. Voorzitter Anne Heijnen vertelt: “Bij onze achterban hoorden we een iets ander geluid dan elders in de media. Onze ondernemers wilden helemaal geen noodfonds of ondersteuning, zij wilden vooral zoveel mogelijk doen en blijven ondernemen. Ze wilden duidelijkheid over wat er nog wel kon en hierin gefaciliteerd worden. Via frequent overleg, dat tijdens corona nog intensiever werd, en een door KOV georganiseerde bijeenkomst werden de wensen van de ondernemers voorgelegd aan de gemeente.”
Met daadkracht de mouwen opstropen
Heijnen is trots op die positieve instelling. “Niet bij de pakken neerzitten en klagen, maar met heel veel daadkracht en veerkracht de mouwen opstropen. Ook als vereniging hebben wij veel geleerd waarmee we in de toekomst verder kunnen. Zo moesten we door alle maatregelen noodgedwongen steeds kleinere bijeenkomsten organiseren, maar pakte dit juist heel goed uit. Er ontstonden juist heel mooie gesprekken en daardoor meer verbinding. Voor onszelf is het best wel een zoektocht geweest om te kijken hoe we in contact konden en kunnen blijven met onze leden. Binnenkort hebben we weer een brainstorm om te kijken hoe we dat gaan oppakken straks. Dit is voor ons dus ook een bezinningsmoment.”
Ook in Alphen aan den Rijn zat de ondernemersvereniging niet stil. “We kunnen de problemen van onze leden natuurlijk niet allemaal oplossen”, aldus VOA-voorzitter Elles in ’t Veld, “maar ondernemers wel zo goed mogelijk proberen te ondersteunen. Zo is er met de leden, de gemeente en met Economic Development Board veel gecommuniceerd. Op die manier konden we ondernemers toch zoveel mogelijk faciliteren en informeren. Daarnaast is er gelobbyd in Den Haag voor betere regelingen of snellere openstelling van branches. Fysiek kan er misschien weinig, maar een luisterend oor is ook al iets. Zo proberen we onze leden te inspireren, te helpen en hun pijn te verzachten daar waar we kunnen.”
Leven na corona
Zo heeft VOA toch best veel kunnen organiseren, waaronder verschillende webinars, online kennissessies, HR themabijeenkomsten, drie lokale tvuitzendingen en een podcast over jonge ondernemers. Maar ook naar een leven na corona kijkt de vereniging. Zo werkt ze met Alphen Marketing samen om het lokale kopen blijvend te stimuleren. Ook kijkt ze met Jan Peter Balkenende en Dutch Sustainable Growths Coalition naar kansen om duurzaam uit deze crisis te komen. “We willen niet afwachten tot dit voorbij is”, legt In ’t Veld de ambitie uit, “maar zoveel mogelijk doen wat we kunnen. Al is dat best even zoeken in deze tijd. Toch proberen we hierin flexibel te zijn en zo mee te bewegen dat wij óók coronaproof zijn.”
Iedere branche weer andere maatregelen
Bij Business Club Lisse (BCL) wenden zich vooralsnog weinig ondernemers met een hulpvraag, merkt daarentegen voorzitter Jos van der Vlugt. “Er komt al zoveel informatie op hen af dat ze daar helemaal niet op zitten te wachten. We roepen wel op om bij ons aan de bel te trekken, maar veel ondernemers kijken toch naar hun brancheverenigingen, omdat iedere branche en ieder lid weer andere maatregelen kent. Een garagebedrijf heeft bijvoorbeeld met heel andere maatregelen te maken dan een slager. Wij vinden dan ook dat we weinig toe te voegen hebben voor de individuele ondernemer.”
Maar dat komt volgens Van der Vlugt ook omdat ze de ondernemersbelangen in Lisse met drie kleine clubjes behartigen. “Waar Dorpshart Lisse en Horeca Lisse veel meer de leden in een bepaalde branche representeren, vertegenwoordigen wij meer de algemene belangen van de ondernemers. Onze toegevoegde waarde is dus het overleg met de gemeente over algemene zaken en regionaal overleg met de andere gemeentes in Bedrijfsleven Bollenstreek waarin zaken zoals de bereikbaarheid van de streek aan bod komen.”
Verbinden van ondernemers
Datzelfde ziet Hans van Schie van InitiatiefRijk Hillegom (IRH) ook gebeuren. “In de belangenbehartiging kunnen wij weinig betekenen”, aldus het bestuurslid van de Hillegomse ondernemersvereniging. “De meeste ondernemers die iets met de gemeente willen, regelen dat zelf wel of wenden zich tot hun eigen adviseur of branchevereniging. Hoe de maatregelen voor hen uitpakken, weten ze nu onderhand wel. Bovendien past het ook niet in onze ambitie om te groeien naar een algemeen platform. Onze toegevoegde waarde is het verbinden van ondernemers, maar dat lukte nu niet echt door alle coronamaatregelen.”
Al werd er nog wel wat geprobeerd. “Zoals een drive thru met kerstpakketten. Om onze leden een hart onder de riem te steken én lokale ondernemers te steunen. Ook online hebben we eens afgesproken, maar dat beviel toch niet helemaal. Dus we organiseerden wel wat en kwamen daarbij goed in beeld, maar al met al viel het natuurlijk erg tegen. Sinds maart vorig jaar hebben we vrijwel geen echte ontmoetingen meer gehad. Terwijl we daar juist naartoe willen. Ook hadden we het plan om alle contact met de gemeente in handen van één contactpersoon te leggen, maar ook dat is op de lange baan geschoven. Hopelijk kunnen we dat weer snel oppakken straks.”
Ook online werd het nodige gedaan. “Zoals kennisevents, online speeddaten waarin ondernemers één op één zaten en echt de diepte in konden gaan en het communiceren van regelingen via social media.” En wat te denken van een voorzitter die als reporter kwam filmen hoe ondernemers met corona omgaan? Een bestuur en commissieleden die met kerst hoogstpersoonlijk een zelfbedacht Leids gezelschapsspel langsbrachten. Of het TV programma ‘Wat Leiden raakt’ waarin ondernemers hun verhaal deden? Stuk voor stuk initiatieven waarmee BV Leiden de verbinding en dialoog met de ondernemer aangingen. “Netwerken is meer dan elkaar zien in goede tijden”, legt Lenssen dit uit. “Juist nu hebben we elkaar harder nodig dan ooit.”