Heeren aan Tafel

De hitte was nog bijna tastbaar, al liep het tegen zeven uur in de avond. Ik reed over een vergeten weg langs Rijnsaterwoude.

Uiteindelijk stond ik stil in een schilderachtig weidelandschap in Woubrugge. Het was woensdagavond 14 september 2016. Restaurant, party- en vergadercentrum De Dyck in Woubrugge.

Ondanks de ongekende warmte van de nazomer kwamen nieuwe genomineerden voor een vers seizoen van De Sterkste Schakel uit alle windstreken aangevlogen. Ik mocht ze aankijken. Ik zat aan een ronde tafel met microfoons. Mijn eigen talkshow.

Gedachten dwaalden af naar de lagere school in Eibergen. Vlakbij de Duitse grens, in de Achterhoek.

Ik zat voor de klas en kondigde “Meisjes met rode haren”, van Arne Jansen aan. Ik zette de naald van de pick-up op het 45 toeren singletje en sprak door, zonder stiltes te laten vallen. Arne begon te zingen, maar het was niet zijn grote hit. Terwijl mijn klasgenoten me aanstaarden kletste ik wat en draaide het stukje vinyl om. Alsof het er bij hoorde.

Zo’n 45 jaar later ging er op een warme woensdag in Woubrugge af en toe wel weer iets anders als ik verwachtte. Maar wie met de stroom meevaart bereikt iedere haven. Dat geldt vast ook voor de dames en heren die door anderen zijn getipt als sterke schakels vanwege hun opvallende klantgerichtheid. Zij bekijken zichzelf met andere ogen. Met meer mildheid. Met een open blik en de durf om zichzelf te waarderen.

Dat is en blijft de kracht van De Sterkste Schakel. Al zijn het ook sterke benen die de weelde van een nominatie kunnen dragen. Schreef de dichter Marianne Williamson daarom niet dat onze diepste angst niet is dat we ontoereikend, maar juist dat we oneindig machtig zijn?

In de Nederlandse cultuur wordt vaak de vraag gesteld wat er fout ging en wie daarvoor verantwoordelijk is te stellen. Terwijl er zoveel meer inspiratie te vinden is in de vraag wat er goed ging en wat in de toekomst anders en dus beter kan gaan. Wie last heeft van de Hollandse scepsis denkt aan de woorden van een andere dichter. Willam Earnest Henley. Uit “Invictus”, dat Nelson Mandela tijdens zijn ballingschap op Robbeneiland iedere dag voordroeg komen deze zinnen:

I am the master of my fate.

I am the captain of my soul.

Deelnemers aan de Sterkste Schakel hebben dat mentale zetje niet nodig, behalve als ze de wedstrijd te serieus nemen door te denken dat alleen de winst telt. Buiten maakte een bloedrood gekleurde ondergaande zon langzaam plaats voor een benevelde maan. Die zacht licht over eindeloze vergezichten uitstrooide. Binnen zaten heerlijke heren aan tafel. En daverende dames.

Meesters van hun lot en kapiteins van hun ziel.

Bob Heeren, presentator De Sterkste Schakel

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *