De Leidse horeca moet er van het gemeentebestuur aan de buitenkant plotseling allemaal hetzelfde uit gaan zien. Het om zeep helpen van originaliteit, en dus identiteit, zal wel een teken des tijds zijn, gelijk vele mannen nu ineens over zichzelf afroepen een baard te gaan dragen. Niet meer van Jihadstrijders te onderscheiden. Of het nu advocaat Oscar Hammerstein of gewoon de voetballers van Ajax betreft, allemaal lopen ze erbij als tuinkabouter. Ik krijg er langzamerhand zelf een baard van. Chinezen zien er in onze optiek ook allemaal hetzelfde uit, vandaar misschien die belachelijke bestuursregels. De stad wil er namelijk alles aan doen om Chinese toeristen binnen te halen.
De ellende begon in februari 2013, met de nieuwe bepalingen ten aanzien van terrasmeubilair. De horecaondernemers mochten niet meer vrij beslissen waar dat uit zou bestaan. Plastic, aluminium en kleuren werden voortaan verboden. Alles moest vanaf dat moment in de gezellige grafkleuren donkergrijs of lantaarnpaalgroen, opdat het centrum op een dependance van Rhijnhof gaat lijken. Ondanks dat mag ook zwart niet meer. Op naar de eenheidsworst dus. Maakt niet uit dat het onderscheidend vermogen van de ondernemer zo teniet wordt gedaan en dat hij zo verplicht wordt te investeren, of boetes te incasseren.
Nadat horeca Leiden hier een beetje van was bijgekomen, kregen ze de volgende klap, in de vorm van onverwachts grote concurrentie te verwerken. Terwijl het Nieuwerijngebied met het daaraan parallel gesitueerde laatste deel Breestraat zich de laatste jaren tot het best florerende winkelgedeelte van de binnenstad heeft ontwikkeld, werd aan voornoemde gracht plots iedere aanvraag tot een horeca-vergunning gehonoreerd. Een tak van sport die al gauw meer huur kan betalen dan een winkel in cadeauartikelen, kleding of kunst. Het gevolg is dat de bestaande restauranthouders het nu moeilijk hebben. Immers, het nieuwste, op de beste locatie, redt het vaak ten koste van hen. Dat leerden we al van nieuwe winkelcentra die in Amerika twee kilometer verderop dan een bestaand centrum werden gebouwd. Ook daar had zo iets wat een beetje gedateerd was, geen kans meer om te overleven.
Wanneer je nou denkt dat we het zo wel hebben gehad, vergis je je. De terrassen worden weer en nog erger onder schot genomen. Er mag daar, als het aan de Leidse Milieuraad ligt, straks ook nergens meer gelachen worden, tenzij gesmoord in een servet, en mits het geluid de 55 decibellen maar niet overschrijdt. Jochem Myjer moet dus maar ergens anders gaan wonen. Op glimlachen zal uiteraard geen boete komen te staan. Overigens, en op navraag, niemand kan zo maar eventjes een terras dat overlast bezorgt voor de geest halen. Incidenten houd je natuurlijk altijd, maar ook op straat wordt gegild Deed de oppositie dat maar eens binnen de gemeenteraad. De mensen van die adviesraad wonen waarschijnlijk midden in het hart van de stad, en willen het kloppen daarvan niet horen.
We zijn er echter nog niet, er valt nog veel meer te verzinnen om het onze hard zwoegende horecaffers lastig te maken. Zij die terrassen uitbaten, zullen waarschijnlijk verplicht als strandexploitant moeten gaan opereren. Immers, de gemeente wil nu ook vaststellen dat de bouwwerken, lees schotten aan de zijkant van een terras, voortaan elke avond worden binnengehaald. Zo ook vaste parasols en zonneschermen. Los van de uren en ruimte die dit gaat kosten, wordt er daardoor waarschijnlijk en uiteindelijk met veel lichter materiaal gewerkt, wat bij de eerste de beste windvlaag door de stad waait. Zonneschermen worden trouwens verboden, althans, markiezen van 1.20 zijn dan wel toegestaan. Onzinnig, want daar kun je natuurlijk alleen maar je fiets onder kwijt. In het loopje mee mogen er ook geen picknicktafels meer staan. De gemeente vindt die niet chique genoeg voor het centrum. Moet je kijken hoe ze er zelf al veertig jaar het stationsgebied en de Haarlemmerstraat bij laat staan. Omdat nu ineens blijkt dat tegen de landelijke regels in de terrassen niet in de bestemmingsplannen zijn opgenomen, heeft de burgemeester gezegd dat er voor even niet bij alles, waaronder zelfs een scheef neergezette tafel, een bon wordt uitgeschreven.
Ik begrijp dit enge, uniform gehanteerde beleid niet. Dat maakt alle spirit tot originaliteit kapot. Ook niet echt romantisch, zo met de zomer in het vooruitzicht. Een ding weet ik wel zeker, met deze aanpak en de daaruit voortvloeiende PR, krijgen we niet één extra Chinees naar Leiden, of het moet weer een restaurant zijn.
Menno Smitsloo, Eigenaar Smitsloo Groep
Reacties: [email protected]
Twitter: @mennosmitsloo