Uitsluitend de Haarlemmerstraat biedt de kansen om Leiden weer als het regionaal attractieve winkelgebied op de kaart te zetten. Ik schreef het al eerder, het Aalmarktproject was al mislukt voordat het van start ging.
Het drama in dat deel van de stad wordt compleet met de teloorgang van V&D en de op handen zijnde faillissementen van schoenenzaken in de Donkersteeg. Het Aalmarktproject kon toch al geen succes worden, omdat de ruimtelijke mogelijkheden veel te kleinschalig in opzet zijn. Maar ook kan er door de excentrische ligging nooit een logische loop-verbinding met het echte winkelgebied ontstaan. Het afhaken van Zara met 3000 m2 bevestigde dat nog eens extra. De paar aanwezige winkels werken dan ook meest met omzetgerelateerde huren. Het gemeentebestuur ondersteunde, zonder enige visie, de projectontwikkelaar ook nog eens met vele miljoenen euro’s, die beter naar de Haarlemmerstraat hadden kunnen gaan, alleen al omdat hier verreweg de meeste aaneengesloten vierkante meters winkelvloeroppervlak zijn geconcentreerd.
Allereerst is het goed om even terug te gaan naar de historie. Waarom verpauperde deze lange winkelpromenade en hoe kan het tij worden gekeerd? Gezien de oorspronkelijke structuur met hoofdzakelijk kleinere winkels van tussen de 70 en 120 m2, heeft de Haarlemmerstraat niet te lijden gehad onder het vertrek van de grote meubelzaken naar de periferie (Leiderdorp of Zoeterwoude). Dus daar kan het niet aan liggen. Ook de uitbreidingen met volumineuze winkelruimten buiten het centrum, zoals aan de Hooigracht en Langegracht, zijn niet de oorzaak. De teloorgang moet meer gezocht worden in wat datzelfde gemeentebestuur hier aan mogelijkheden heeft laten liggen en waarmee het nu weer de fout in gaat. Immers, de recent gepresenteerde Regionale Retailvisie ‘Hoe en waar we winkelen in 2025’ slaat volledig de plank mis. Het winkelgebied van Leiden is groter dan dat van Den Haag, maar niet in vierkante meters. Waanzin dus om dat nu plots te gaan inkrimpen door leuke kleine wijkwinkeltjes, of sfeervolle brocanterie- en kledingzaakjes, rond bijvoorbeeld de Pieterskerk te gaan wegjagen. Zij brengen juist de sfeer in de stad, gelijk ‘De Negen Straatjes’ in Amsterdam. Gemak en beleving, daar lok je het winkelpubliek mee. Nu er eindelijk wat gebeurt, wordt er weer voor het verkeerde gekozen. Het gemeentebestuur laat nieuwe bestratingen en verlichtingen aanbrengen en de neon reclames moeten verdwijnen. De insteek is dat de straat weer de deftige uitstraling van vroeger moet krijgen, want zo lijkt het teveel op andere winkelstraten in het land. Nou en? Dat chiquere moet je aan de Breestraat overlaten, die het nu juist een beetje lukt dat in het laatste gedeelte terug te krijgen. We moeten niet vergeten dat de Haarlemmerstraat een volkswinkelstraat betreft en dat moet zo blijven. Een facelift biedt natuurlijk altijd een mooier plaatje (alhoewel?), maar daar haal je het geluk niet mee binnen.
Hoe wordt de Haarlemmerstraat weer het belangrijkste winkelgebied van Holland Rijnland:
• Voordat er in de bestaande bebouwing wordt geïnvesteerd, moet altijd en eerst de infrastructuur kloppen. Deze wordt uiteraard door de verkeersstromen bepaald. Er bestaan ideeën om vanaf de Pelikaanstraat tot de Haven verkeer toe te staan. Dat levert echter niets op, want de winkels worden daar steeds meer tot woningen getransformeerd. Beter is het om in het tweede deel van de Haarlemmerstraat, dus vanuit de Hartebrugkerk tot aan de Pelikaanstraat, weer verkeer met aan één zijde kort parkeren toe te laten. Het huidige non-food karakter in aanbod verandert dan volledig en zal het patroon van bijna uitsluitend textiel doorbreken. Ook kan de consument dan de grotere en/of zwaardere goederen met de auto ophalen.
• Om de ontbrekende landelijke winkelketens en nieuwe retailformules aan te trekken, dient verheling tot grotere winkelpanden te worden bevorderd. De branches die bijvoorbeeld zowel het product tastbaar uitstallen, als de online verkoop uitoefenen, hebben daar grote behoefte aan. Door samenwerking van de gemeente met de beleggers en/of ontwikkelaars bij de verwerving van clusters aan gebouwen en de omgevingsvergunningen, kan die samenvoeging van gebouwen worden verwezenlijkt.
• Het bestemmingsplan dient meer kansen op fun te bieden, bijvoorbeeld door horeca toe te staan. De realisatie op de aangrenzende Kaasmarkt van een kleinschalige, overdekte dagelijkse markt, met food, bloemen en eigentijdse horeca, zou de kers op de taart van dit grote gedeelte van het winkelcentrum betekenen.
• Uitbreiding van de openbare parkeerfaciliteiten is noodzakelijk, aangezien de in aanbouw zijnde Garenmarktgarage te ver verwijderd zal blijken, van waar wel uitgebreid gewinkeld kan worden. Ook de bouw van grote fietsenstallingen is een must.
Het mooie is dat de gemeente zo alleen in bestrating en verlichting en dus niet in gebouwen hoeft te investeren, maar dan wel de projectontwikkelaars die dit willen oppakken, dient te faciliteren. Hopelijk wordt dit eindelijk eens zonder teveel ambtelijke rapporten politiek opgepakt en komt het tot een nieuwe toekomst voor dit ruim één kilometerlange hart van Leiden en spreken we straks weer van: ‘Ha Haarlemmerstraat’.
Menno Smitsloo,
Eigenaar Smitsloo Groep
Reacties: [email protected]
Twitter: @mennosmitsloo