Het zonnetje schijnt en er waait een stevige bries. Onze Oosterburen exporteren dan groene energie omdat er zoveel wordt opgewekt dat ze het op de interne markt niet kwijt kunnen. Een contract wordt gesloten met Noorwegen: het voornemen is om de overtollige Duitse groene elektriciteit daar naartoe te exporteren. Dat wordt dan gebruikt om water naar hoger gelegen reservoirs te pompen. Op het moment dat er in Duitsland of elders energiebehoefte is, laat men de reservoirs weer leeglopen. Het wegstromende water drijft turbines aan en voilà, daar is de opgeslagen elektriciteit weer.
Als ik dat soort berichten lees word ik jaloers. Waarom zijn wij als landje dat zichzelf graag als innoverend ziet, niet zo ver? Waarom liggen oostelijk van de grens de daken vol zonnepanelen, terwijl hier al dat oppervlak nauwelijks benut wordt?
Ondertussen halen we met z’n allen zelfs de meest conservatieve groene doelstellingen niet. We zijn er toch wel achter dat fossiele energie te veel problemen oplevert. Ik besef ook wel, zonnepanelen zijn niet je fraaiste dakbedekking. Een horizon met windmolens is ook niet zo mooi. Maar je moet innoveren, juist op het gebied van energiewinning, juist nu de energievraag alsmaar toeneemt, niet alleen bij al die miljoenen die er dagelijks bij komen op deze wereld, maar ook nog altijd bij de bestaande populatie.
En dat is waarom ik onze Oosterburen bewonder. Hun groene energierevolutie is het zoveelste Wirtschaftswunder. Men lijkt daar toch wat meer geneigd om heldere keuzes te maken en beleid wat langer vol te houden. Ook al moeten ook daar offers voor worden gebracht. Want het Noordduitse landschap zonder moderne windmolens is natuurlijk wel mooier dan zonder. Waarbij ik mij direct weer troost met de gedachte dat de typisch Hollandse historische windmolens, bijvoorbeeld dat rijtje bij Leidschendam langs de snelweg A4 of Molen de Valk in hartje Leiden, ten tijde van de bouw ook als horizonverpesters werden beschouwd.
Ik zal niet ontkennen dat er hier in Nederland veel moois gebeurt. Deloitte stelde onlangs in een rapport dat Nederland niet alleen als mainport voor scheepvaart (Europoort) en luchtverkeer (Schiphol) mag gelden, maar ook als mainport voor internetverkeer. Daar mist Nederland de boot allerminst! We zijn een delta geworden voor de alsmaar aanzwellende datastromen die op zichzelf een wereldwijde revolutie veroorzaken. Daar mogen we trots op zijn. Ook op het feit – ik noemde het al eens in een eerdere column – dat we qua agri-export het derde land ter wereld zijn. Ongelooflijk, maar wel waar.
Maar Nederland heeft toch nog een Wirtschaftswunder nodig vind ik. Voedsel, transport, internet, daar zijn we al goed in, zelfs leidend. Maar energie is een eerste levensbehoefte waar het beter kan. Veel beter. De wereld krijgt immers juist dat steeds meer nodig. En met name in energie kunnen wij als klein land alleen nog maar groter worden. Niet aardgas, maar zon, wind, getijden – we hebben er in Nederland zo veel van. Genoeg om in onze eigen behoefte te voorzien en veel, heel veel, te exporteren. Zet daarop in!
Jan Versteegh
Voorzitter VNO/NCW Rijnland