Column Jan Versteegh: Economische Complexiteit

Nooit gedacht dat iets dat heel complex is, een eenvoudige indicator kan zijn voor welvaart. Onlangs stuitte ik op een economische index waarvan ik niet eerder gehoord heb: de Economic Complexity Index. In het kort komt het neer op het volgende. Per land wordt vastgesteld hoeveel verschillende soorten business er in dat land actief zijn. Hoe meer verschillende, hoe hoger de Economic Complexity Index. Economen zijn het er over eens, dat een hoge score wijst op veel vernieuwing, veel innovatie en daarmee een hoog welvaartspeil of goede verwachtingen. In 2009 stond Nederland op de 13e plaats wereldwijd.

In 2014 is de situatie anders: Nederland is gekelderd naar de 22ste plaats. U denkt natuurlijk, net als ik: “logisch, komt door de crisis.” Echter, landen die ons altijd in de hogere regionen van deze en dergelijke indices vergezellen, zijn daar gebleven terwijl ook zij last hebben van de crisis. Zweden bijvoorbeeld stond op de 4e plaats in 2009 en staat daar nog steeds in 2014.

Japan, ondanks grote uitdagingen (sterk vergrijzende en krimpende bevolking), stond in 2009 op 2 en nu op 1. Wij moeten landen als Mexico en België voor laten gaan als het gaat om economische complexiteit, diversiteit en dus vernieuwing. Anders dan GDP, economische groei, export etc., is dit niet een index die binnen het jaar positief kan omslaan. Er is iets structureels aan de hand. Je handhaven in die index betekent dat je wat aan het einde van de levenscyclus is, weet te vervangen door nieuwe initiatieven. Dat is in Nederland onvoldoende gebeurd.

Ook al werkt de overheid aan innovatie via zogenaamde topsectoren, we moeten vaststellen dat dit niet meebrengt dat er nieuwe dingen ontstaan. De focus op topsectoren betekent misschien wel dat we het bij het oude laten. Wat nu de topsectoren zijn waren al onze topsectoren. Niets nieuws onder de zon en dat is te zien in de Economic Complexity Index.

Hiermee wil ik niet zeggen dat we het goede dat we hebben moeten laten voor wat het is. Zeker niet. Maar nieuwe activiteiten moeten worden binnengehaald. Dat kan ook, met beleid naar de nieuwste inzichten.  Je moet organisch groeien vanuit het bestaande, gebruik makend van bestaande technologie en skills. Op welke clusters je je moet richten, is vast te stellen, door na te gaan tussen welke economische clusters makkelijk uitwisseling van technologie, skills, mensen plaatsvindt. Daar zijn internationaal gegevens over bekend. Zo kun je vaststellen wat gerelateerd is, maar wat je nog niet hebt. Daar kun je op inzetten.

Ik pleit dus voor het opzetten van een nieuwe top-sector: nieuwe takken van sport in het bedrijfsleven binnenhalen. Met beleid, met inzet van menskracht en middelen. Een mooie taak van de overheid en de regio’s in ons land. Zo werken we aan de complexiteit en daarmee aan het perspectief van onze economie. En dan zul je zien: over vijf jaar staan we in de top 10 van de Economic Complexity Index.

Jan Versteegh, voorzitter VNO/NCW Rijnland

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *