Natuurlijk ligt er een rekensommetje aan ten grondslag. Ook een haal- en brengservice heeft een zakelijke kant. Het is goedkoper dan het paraat houden van meerdere leenauto’s, of het trekt meer klanten.
Toch is het een mooie term. Het woord service doet weldadig aan. Elders in de maatschappij komen we niet verder dan een ‘haal- en brengplicht’. Als je iets koopt, roerend of onroerend, dan zul je zelf vooraf moeten vragen of er gebreken bekend zijn. Vergeet je dat, en later openbaart zich een gebrek dat er ten tijde van de aankoop al in zat, dan heb je pech of gedoe. Als je iets verkoopt en informatie achterhoudt die voor de koper relevant is, kan ook dat consequenties hebben. Informatie vragen of delen is verplicht. Wie die plicht verzaakt, kan daar last mee krijgen.
Service is in deze context een mooi woord. Service is gericht op de ander. Het belang van de ander is uitgangspunt, de ander wordt er door gediend. Je moet ervoor kunnen meedenken of je in kunnen leven. Ondernemers die lak hebben aan hun buren missen dat. Op communicatie-afdelingen van gemeentes is het een functie-eis, dat kan niet anders. Informatie over wegafsluitingen komt tijdig bij iedereen die er last van zou kunnen hebben, ook op dat ene bedrijventerrein naast de woonwijk. Bekendmakingen in een plaatselijk sufferdje gaan altijd vergezeld van geadresseerde bewonersbrieven, ook al is dat niet verplicht en ook al zou een bezwaar slecht uitkomen. We voorkomen dat ook maar één belanghebbende de informatie mist. Ook nemen we inbreng van betrokkenen serieus, vragen er zelfs naar. Niet alleen het eigen belang dienen, maar ook dat van de ander. Even afgezien van de vraag of eigenbelang vaak niet veel meer is dan voorkomen van gezichtsverlies of van dubbel werk.
In de wereldpolitiek zijn de voorbeelden legio. Op kleine schaal – lokaal of individueel – moet het kunnen, het belang van de ander meewegen of zelfs prioriteit geven. Haal- en brengservice.