Column Jan Versteegh: Beeldhouwen

De vakantie komt er weer aan. We gaan weer overal heen en van alles bekijken. Dan moeten we natuurlijk ook wel eens iets cultureels doen. Bent u wel eens in de beeldentuin van Kröller-Müller geweest? Of in de Vaticaanse Musea? Bij dat soort gelegenheden word ik altijd het meest getroffen door de beeldhouwwerken. Klein of groot, het maakt niet uit, ik vind het even fascinerend. Een ervaringsdeskundige ben ik niet, maar ik ben ervan overtuigd dat het heel moeilijk moet zijn: beeldhouwen. Stel je voor, je staat met je hamer en beitel voor een manshoog blok marmer. Het schittert je tegemoet. Prachtig materiaal om mee te werken. Maar, net als Michelangelo wil je er een David van maken. Of een Venus van Milo. Of een ruiterstandbeeld. Het blok marmer heeft je een rib uit je lijf gekost. Eén keer verkeerd hakken en je moet een nieuwe bestellen. Of plannen maken voor iets anders, kleiners. Wat moet er een vakmanschap aan te pas komen om het harde steen te bewerken en daaruit iets subtiels te vormen waar de mensen nog eeuwenlang bewonderend naar zullen kijken of waar in elk geval duiven een prettige plek  hebben om op te zitten.

Maar een beeldhouwer die ik ken, staat er heel anders tegenover. Hij zegt: “Het is niet zo moeilijk. Ergens in dat blok zit de vorm die je wilt hebben. Je hoeft alleen maar het omliggende gesteente weg te hakken.”

Tja. Ieder z’n vak.

En zo mijmerend over de artistieke gaven van beeldhouwers, kwamen in mij de parallellen op met het ondernemerschap. Uw of mijn club, elk bedrijf en elke instelling vormt kostbaar materiaal om mee te werken. U heeft allerlei middelen om te zorgen dat er iets van wordt gemaakt. Maar hoe? Het eerste dat nodig is, is dat je weet wát je ervan wilt maken. Een visie. Net als  die beeldhouwer. Anders weet je niet waar je je beitel wilt zetten of de vijl overheen moet halen. Dan komt de strategie. Waar in dat grote stuk natuursteen zit de perfecte vorm? Hoe gaan we beginnen om die vorm bloot te leggen? Moeten we het eerst op z’n kop zetten misschien? Welke grove stukken hakken we eerst weg? Hard werkend worden contouren zichtbaar. We komen aan op het tactische niveau: vijlen en schaven en vooral zorgen dat we niets kapot maken van wat we hebben bereikt. Improviseren misschien, als we in het natuursteen een barstje tegenkomen waar we niet op hebben gerekend. Maar dan toch doorgaan. Tot het er staat, en bewonderd mag worden.

Er is wel een verschil. Het maken van een beeldhouwwerk is vaak het werk van één kunstenaar. Maar wij werken met mensen. Iedere tik van de beitel vergt overleg. Hoe is het is en hoe moet het worden? Hoe kom je daar? Een tijdje later bekijken we met z’n allen het resultaat. Ook een organisatie is een schepping, een kunstschat. Iets dat goed is om naar terug te keren, na een welverdiende vakantie. Een goede zomer toegewenst!

Jan Versteegh, voorzitter VNO/NCW Rijnland

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *