Column Menno Smitsloo: Eenzaamheid door (a)sociale media

Het zal je toch maar gebeuren, dat je jezelf op de foto tegenkomt in een reclame van Google, terwijl je een product aanprijst. Dan mag je nog hopen dat het om een chique artikel gaat, en niet om een voordeelverpakking condooms. De meeste mensen weten niet dat Google, wanneer je daarop documenten of foto ’s opslaat, (tot nu toe wettelijk) vrij is deze naar eigen believen te gebruiken. Weg privacy dus. In ieder geval geen naaktfoto’s meer in de mappen zetten, of juist wel, als je exhibitionistische neigingen hebt.

De kranten stonden bol van de artikelen over NSA, die ons op alle fronten zou afluisteren en aflezen, tot aan de mobiele telefoon van Angela Merkel toe. Maar goed dat dit door klokkenluider Edward Snowden naar buiten is gebracht. Absurd als dan na een jaar blijkt dat Nederland zelf die gesprekken aftapt en naar Amerika doorsluist. Niemand begrijpt waarom minister Plasterk daar zo lang over loog. Het lijkt wel of hij een hijglijn of een geheime vriendin heeft gebeld en dat die gesprekken per ongeluk ook naar Obama zijn opgestuurd. Wij zijn heel boos, maar hij mag gewoon blijven zitten, terwijl er bewindslieden om minder zijn weggestuurd.

Hypocriet zijn we wel, want we doen het zelf. Met verbazing zie ik om mij heen, hoe steeds meer intelligente mensen zich in de valkuil van een openbaar en toch geïsoleerd bestaan weten te loodsen. Sommigen hebben al jaren geen of weinig normale sociale contacten meer en zijn het slachtoffer geworden van de hype in ‘sociale media’. Uit angst om buiten de boot te vallen, als niet wordt meegedaan aan alles waarvoor zij worden uitgenodigd. De hele dag, tot aan het moment van slapen alle berichten moeten managen. Ik zou er gek van worden en zie dit als ‘een echte verslaving’. De (a)sociale mediaziekte, die voor de toekomst, grote psychische en financiële schades met zich zal meebrengen. Je herkent ze aan die kromme vingers, waarmee ook ‘tijdens werktijd’ continu op die kleine apparaatjes wordt getokkeld.

Zakelijk maak je ook anderszins mee dat er niet meer logisch wordt gecommuniceerd. Een voorbeeld daarvan is dat sommige bedrijven, die ik al jaren opdrachten verstrek, mij, bij herhaling via een mail, om sponsoring van hun goede doelen vragen. Als ze bereid zijn het gevraagde charitatieve bedrag van hun faktuur af te trekken, vind ik het best. Ik sponsor hen namelijk al genoeg door de werkverschaffing waarvoor ik betaal en kies verder graag zelf.

Het is toch triest als iemand zowel Twittert, SMS ‘t, WhatsApp ‘t, LinkedIn ’t, Skype ‘t als Facebook ’t. Dit laatste medium is overigens het aller gevaarlijkst. Als jij denkt dat je teksten of foto ’s uitsluitend met de afgesproken gezelschappen deelt, kom je er achter dat ook onbekenden de foto ’s van jouw dochter in bikini hebben ontvangen. Gênant als je er dan nog commentaar op krijgt ook. Zo van: “lekker ding, die dochter van jou”. Ik begin dus never aan dat Facebooken. Het woord lijkt niet voor niets zoveel op ‘faces’, wat letterlijk ‘schijt’ betekent. Werkelijk absurd dat anderen, door de berichten-terreur van anderen, kunnen weten en zien waar jij in welke hoedanigheid naartoe gaat of bent geweest. Zo raakt toch je hele privacy verkracht. Het meest storende is dat ik mij er zelf naar ga gedragen. In die zin, dat ik de wereld om mij heen bij herhaling verzoek, maar ook controleer, of zij ‘waar ik mee bezig ben’ niet naar buiten verkondigen.

Een eigen ‘Blog’ in de lucht houden, is helemaal dramatisch. Je loopt daarmee absoluut het risico uiteindelijk voer voor psychiaters te worden. Tot gewone privé afspraken komt het dan sowieso bijna niet meer. Alleen al omdat daar geen tijd meer voor overblijft. Je herkent deze mensen heel gemakkelijk: in het voorbijgaan roepen ze je met hun iPhone in de hand toe: ‘we moeten snel weer eens bijpraten’. Waarna je vervolgens niets meer hoort, maar wel hun laatste nieuws via de telefoon te lezen krijgt. Als je dat gaat beantwoorden, beland je zelf ook in de ellende. Ik voel mij dan ook gezegend met de vrienden en vriendinnen die ik regelmatig ‘lijfelijk’ zie en dan een hug of kus kan geven.

Conclusie: door de (a)sociale media ben je eenzaam, maar tevens ongewenst nooit alleen. Ik doe daar absoluut absoluut niet aan mee en laat al genoeg van mezelf zien, als
bijvoorbeeld een column met mijn mening en gedachten op Twitter wordt gepubliceerd. Toch ook een beetje hypocriet dus?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *