Naast ons wordt een pand gesloopt. Het is – of liever gezegd was – een robuust jaren-zeventig gebouw van grijs beton. Even bestond – vooral bij onze mannelijke medewerkers – de hoop dat de sloop met behulp van dynamiet zou gaan gebeuren, maar nee, het gaat allemaal heel gecontroleerd. Een grote groene dragline met lange arm knaagt verdieping na verdieping weg. Dat doet hij met een gigantische grijper, die nog het meest doet denken aan de kop van een Tyrannosaurus Rex. Zo eentje die onze overburen Naturalis een tijdje terug dachten te hebben gevonden op een stukje land in Amerika. Dat bleek helaas tegen te vallen – de zoektocht gaat door. Voorlopig zullen ook zij het moeten doen met de mechanische T-rex die dwars door beton en wapening heen bijt. Het is een attractie van de eerste orde. Degenen in ons kantoor die op kamers met uitzicht werken, mogen zich verheugen in veel aanloop van collega’s met een minder fortuinlijk uitzicht. Ik wil er even niet aan denken wat dat doet met onze productiviteit, maar ja het is ook wel spectaculair als grote betonnen platen en balken omlaag storten en ons gebouw doet schudden op de grondvesten.
Wat op mij ook indruk maakt is hoe omgegaan wordt met het puin dat zich ophoopt. Een kleinere dragline sleept van tijd tot tijd de grove stukken uit de weg. Dat gaat niet willekeurig: er ontstaan hopen van gewapend beton en hoopjes ijzer en andere materialen.
Een praatje met de opzichter leerde mij, dat men nog tot diep in september bezig zal zijn om alles te sorteren. Een puinbreker zorgt ervoor dat het beton kan worden gebruikt bij de wegenbouw, het metaal wordt er uit gehaald en recycled. Plastics worden afgevoerd en omgesmolten of verbrand. Eigenlijk vindt bijna alles weer een nuttige bestemming.
Dit verantwoord omgaan met materialen en omgeving brengt mij op het energie-akkoord voor duurzame groei dat onlangs is gesloten tussen de overheid, VNO-NCW, MKB Nederland, LTO, vakbeweging en milieuorganisaties. Ook al is het op dit moment nog een akkoord op hoofdlijnen (de uitwerking volgt in augustus), het legt het fundament voor duurzame groei. Voorzieningszekerheid, betaalbaarheid, schone energie en het benutten van economische kansen zijn de vier belangrijkste thema’s. De eerste drie thema’s liggen in de categorie “nogal wiedes”, ook al zijn maatregelen daar natuurlijk hard nodig. Het vierde thema, het pakken van economische kansen, spreekt mij het meest aan. Nederland is als klein land aangewezen op innovatie, op een voortrekkersrol. Dat is altijd al zo geweest en dat zal altijd zo moeten blijven, willen we niet wegzakken in de periferie van Europa. Ik denk dat Nederland daar wel wat heeft laten liggen, met name door een wisselend en onberekenbaar subsidiebeleid. Nederland zou zijn nek moeten uitsteken, met goede ideeën, lobbywerk en eigen maatregelen, bijvoorbeeld om de CO2 emissiehandel beter te laten werken. Nederland speelt een rol van betekenis in de internationale energiemarkt, zeker als de overheid de krachten bundelt met grote energiebedrijven zoals Shell.
Ik kijk uit naar augustus als de contouren van het energieakkoord zich vertalen in concrete maatregelen.