De recessie is bijna over, maar dat hebben wij niet aan onszelf te danken. Immers, Nederland ligt gemiddeld twee jaar achter op mogendheden als Duitsland en Amerika, maar ook omliggende landen, die het lek boven kregen en er economisch weer goed voor staan. Wij worden uiteindelijk als kleuter gewoon meegezogen in de maalstroom van het succes van de grote jongens. Zo kun je Nederland vergelijken met de muis die naast de olifant op de brug loopt en zegt: ‘Wat stampen we lekker’. Wij moeten het per slot van de export hebben. Internationaal blijft er voorlopig gelukkig nog voldoende behoefte aan onze kennis en de daaruit voortvloeiende producten bestaan. Het is dus evident dat er niet op onderwijs mag worden bezuinigd.
Aan dit alles komt toch echt onze minister van Economische Zaken niet te pas; weet u eigenlijk wel wie dat is? Juist ja, Henk Kamp, dit keer niet van Sociale Zaken of Defensie. Hij zal vorige zomer wel een cursus macro-economie hebben gevolgd. Van overheden moeten wij het in een streven naar herstel trouwens toch niet hebben. De regering bezuinigt op onverstandige wijze en vergeet daarbij te investeren in het op gang brengen van de economie. De gemeenten vermorsen ons geld, door verkeerde en daardoor telkens halverwege teruggedraaide beslissingen. Sterker nog, ons geld wordt gewoon aan Europa – of waar dat tegenwoordig voor staat – geschonken. Bijvoorbeeld aan Cyprus, een land met een communistisch regime en tot voorheen voldoende fout geld op de banken. Uiteindelijk zijn het dus weer de ondernemers die ons op eigen kracht uit het moeras trekken. Hierbij lopen zij alle risico ’s en ondervinden steeds weer nieuwe beperkende regeltjes. Alleen banken worden geholpen, zonder dat hier overigens positieve gevolgen voor diezelfde ondernemers uit voortvloeien. Het wordt dan ook tijd dat wordt ingezien dat ‘onze maatschappij staat of valt bij een sterk bedrijfsleven’ en de bereidwilligheid van investeerders.
Een positief gevolg is dat door de financiële pijn van de afgelopen jaren de oer-Hollandse veerkracht is teruggekeerd. De individuele pioniersgeest, waardoor wij als kleine natie zo groot werden, staat weer op. Aangezien de grootbanken voorlopig nog lang in de misère zitten, ontstaan er andere markten, sowieso in de vorm van nieuwe financieringsbronnen. Te denken valt aan gefortuneerde particulieren, pensioenfondsen, etc., die daardoor een beduidend beter rendement ontvangen dan zij nu van de bank krijgen.
Spectaculairder vind ik echter de ruilhandel in goederen en diensten. Geldloos leven neemt een enorme vlucht. Kijk maar op internet wat er aan concrete websites over deze materie zijn ontwikkeld. ‘Ik doe iets voor jou, jij doet iets voor mij’. Een fiets tegen een vrachtje wijn, of een stukje tuinonderhoud tegen het verzorgen van de belastingaangifte. Bij ruil in gelijke waarden is er toch geen sprake van winst? Zo ontstaat er een beperking in de af te dragen belastingen. Het maakt ons veel minder afhankelijk van geld en dus ook van banken. Wanneer dit proces grootschaligere vormen aanneemt, zullen ook institutionelere instellingen ertoe overgaan. Zo kunnen bijvoorbeeld in plaats van het verstrekken van werkgelegenheid, ook diensten tegen goederen of betalingen op woningen worden geruild. Inderdaad, we zijn in een vluchtige maatschappij beland. Niets blijft hetzelfde, maar zo ontstaan er juist vrijheid en ruimte, en dus mogelijkheden voor de ZZP ‘er die ervoor wil gaan en kwaliteit kan leveren.
Echt sensationeel is de uitvinding van het virtuele geld ‘de bitcoin’. Een betalingsmiddel dat, net als goud, maar dan digitaal, gedolven dient te worden en waar geen overheid of bank iets mee te maken heeft. Het is niet onderhevig aan inflatie. Het is in dollars of euro’s uit te drukken en binnen een jaar driemaal zoveel waard geworden. Bitcoin is nu nog gevoelig voor speculatie en beperkt beschikbaar, maar op termijn traceerbaarder en ook in diverse verbeterde andere vormen te verwachten. Een groot voordeel ervan is de grensoverschrijdende bruikbaarheid. Misschien ook wel vergelijkbaar met goud, alleen gemakkelijker in transport en overdracht, namelijk gewoon ‘online’. In hoeverre de internationale belastingdiensten dit als vermogen zullen beschouwen is nog de vraag. Het betreft hier immers anoniem eigendom, opgeslagen in de PC.
Hoopvol is dat er door de tegenzittende omstandigheden, nu nieuwe systemen ontstaan, die ons uiteindelijk allemaal onafhankelijker van banken en beperkende regeltjes kunnen maken.