“Als je hier je best doet krijg je van de hele gemeenschap de kans om verder te groeien. Mensen staan voor elkaar klaar en iedereen heeft een constructieve houding. Ze helpen je ook weer overeind wanneer je een keer zware tegenslag hebt.”
TEKST HANS VAN DALEN
Visser is zelf ondernemer – met het boeren familiebedrijf op het eiland Goeree waar hij vandaan komt. “Ik herken de ambities van ondernemers en begrijp hoe zij ruimte zoeken om te ondernemen. En ik zie veel van die ondernemerskracht in onze gemeente. Daarbij vind ik het mooi hoe sterk deze gemeente gericht is op samenwerking. Uiteraard in sporten met elkaar, zorgen voor elkaar, muziek maken met elkaar en natuurlijk in de kerken. Dat heeft dus ook effect op het ondernemers-klimaat.”
Opmerkelijke ondernemingen
“Ik ga ze niet allemaal noemen hoor, maar is het niet prachtig dat wij in deze gemeente bedrijven hebben van Jora Vision, dat pretparken inhoud geeft, tot vissers Parleviet & Van der Plas en de hele bloemenlogistiek van Flora Holland? In Katwijk durven ondernemers risico’s te nemen om snel te innoveren. De handen gaan uit de mouwen en er wordt goed denkwerk gedaan. Wanneer je dan een keer faalt is de omgeving ook nog eens vergevingsgezind. Dat zie je echt niet overal.”
Stimuleren en handhaven
“Ondernemerschap zelf hoeven wij hier dus niet te stimuleren, wij willen wel helpen nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door met ‘Unmanned Valley’ een bepaald soort high-tech naar Katwijk te halen. Maar wij willen ook goed naar wensen luisteren. Als ondernemer heb ik zelf ook oog voor het effect die regels kunnen hebben op een bedrijf. Dan help ik soms mee om oplossingen te bedenken. Het komt goed uit dat ik als burgemeester verantwoordelijk ben voor handhaving van regels. Ik weet dus ook wanneer een ondernemer iets onmogelijks vraagt.”
Gaat het zo goed met Katwijk omdat er zoveel ondernemerschap is? Of is er zoveel ondernemerschap omdat er in de hele gemeente zo’n goede sfeer heerst? “Het antwoord maakt mij niet uit, als burgemeester kan ik alleen maar zeggen dat wij het beide moeten koesteren.”