Duurzaamheid. We kunnen er niet omheen. Alles en iedereen lijkt ermee bezig en niet in de laatste plaats de bouwsector. Niet alleen maakt de branche zich op voor de enorme omslag naar aardgasvrij, ook op tal van andere manieren worden onze huizen en gebouwen duurzamer gemaakt. Om het nog maar niet te hebben over de impact die de bouw zelf op het milieu en zijn omgeving heeft. De bouwsector moet verduurzamen dus, maar zijn dit nu juist kansen of zijn er ook bedreigingen? Welke trends zien we en hoe zal dat uitpakken op de langere termijn?
De afgelopen jaar zijn bikkelhard geweest voor de bouwsector en iedereen deed er alles aan om het hoofd boven water te houden. Logisch dat de meeste bouwbedrijven in die tijd minder oog hadden voor duurzaamheid. Toch bewees het rapport van TNO uit 2012 al dat grootschalige verduurzaming van de gebouwde omgeving niet alleen technologisch en organisatorisch mogelijk is, maar daarnaast ook juist heel interessante kansen biedt. Wat bleek? Bedrijven die in staat waren materiaalbesparende innovaties door te voeren, zagen dit terug in bovengemiddelde omzetgroei. De meest belangrijke conclusie? Overheid en ondernemers moeten samen optrekken om de duurzame innovatie succesvol te maken.
Want de roep om een duurzame leefomgeving wordt steeds dringender. Zo moeten Nederlandse kantoren of gebouwen groter dan 100 vierkante meter in 2023 minimaal het energielabel C hebben, moet alle nieuwbouw in 2020 energieneutraal zijn en hoeven gebouwen per 1 juli 2018 niet meer verplicht aangesloten te worden op een aardgasaansluiting. En dat vraagt om vliegensvlugge voor-bereiding hierop door de sector. Voordeel is dat er bij nieuwbouw direct bij het allereerste ontwerp al rekening gehouden worden met al die door de overheid opgelegde regels. En daar zien we steeds meer concrete bewijzen van om ons heen.
Van gasloos Noordwijkerhout tot energieopwekking
We zien grootschalige nieuwbouwprojecten, maar ook tal van kleine initiatieven die energieneutraal of zelfs energie-opwekkend zijn en het milieu en de omgeving zo min mogelijk belasten. Van een project met waterstof in Rotterdam, een geheel zelfvoorzienend tiny house in Noordwijk en Nul-op-de-Meter (NOM) woningen in Bodegraven tot gasloze woningen in Noordwijkerhout, duurzame energieopwekking en -distributie in de Bloem in Rijnsburg en de allereerste Nederlandse energieopwekkende Plus-op-de-Meter (POM) woningen in Voorhout.
Toch is het slechts nog een druppel op een gloeiende plaat, gelet op het gegeven dat er slechts 1% per jaar nieuw gebouwd wordt. Dus wat te denken van die resterende 99% aan bestaande bouw die straks ook verplicht energiezuiniger en aardgasvrij moet zijn? Daar is nog flink werk voor aan de winkel nodig, want deze bestaande bouw is samen goed voor maar liefst 33% van de landelijke CO2-uitstoot! In 2023 moeten Nederlandse kantoren of gebouwen groter dan 100 vierkante meter minimaal het energielabel C hebben. Dat betekent dat bijna de helft van de Nederlandse kantorenvoorraad in zijn huidige staat niet meer mag worden gebruikt.
Innovaties en renovaties bestaande bouw
Gelukkig wordt daar ondertussen ook niet stilgezeten…. Zowel gemeentes als woningcorporaties proberen met partijen uit de markt te zoeken naar innovaties en renovaties om bestaande gebouwen de verduurzamen. Oude woningen en gebouwen worden aangepakt en geïsoleerd en zonnepanelen lijken vandaag de dag meer regel dan uitzondering. Ook kan er tijdens renovatie worden gekeken naar andere vormen van brandstof zoals waterstof, elektriciteit en omgevingswarmte, technieken zoals een Cv-ketel vervangende warmtepomp of systemen zoals Warmte en Koude Opslag (WKO).
Maar wat te denken van de duurzame belasting van de bouwsector zelf? Duurzaamheid gaat namelijk over veel meer dan energiebesparing en –opwekking. Geschat wordt dat de bouwsector wereldwijd zo’n 40% van alle natuurlijke grondstoffen verbruikt. Dat is een behoorlijke belasting op het milieu. Niet alleen het delven van de grondstoffen is immers milieubelastend, ook de productie van bouwproducten uit deze stoffen stoot weer veel CO2 uit. Zo is alleen al het meest gebruikte bouwmateriaal beton goed voor een uitstoot van 5% CO2.
Duurzaam afval verwerken
En dan hebben we natuurlijk nog het afval van de bouw- en sloopsector, samen goed voor ruim 23 miljoen ton per jaar. Dat is bijna twee keer zoveel als wat onze huishoudens tezamen produceren! Door te streven naar een circulaire economie waarbij afval feitelijk geen afval meer is, blijft de kringloop gesloten. Mits het goed gescheiden en ingezameld wordt, kan het afval opnieuw worden hergebruikt en verdwijnt er niks naar de afvalberg. Zo is afvalbedrijf Meerlanden bijzonder innovatief als het gaat om zijn streven naar aan afvalloze samenleving. Hier lukt het bijvoorbeeld om Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) 100% te recyclen in onder meer groengas, compost en water.
Dit zijn de belangrijkste bedreigingen
Vergrijzing
Door de vergrijzing en de stijgende pensioenleeftijd stijgt de noodzaak naar het duurzaam, veilig en gezond inzetten van medewerkers. In 1995 was nog maar 5% van alle bouwmedewerkers ouder dan 55 jaar, nu is dat al opgelopen naar bijna 20%!
Kennis en begrip is onvoldoende
Het algemene kennis- en opleidingsniveau van de bouwbranche is relatief laag terwijl innovaties juist om hoogspecialistische kennis en projectmatig werken tussen meerdere partijen vragen. Ook wordt er onvoldoende kennis gedeeld en geleerd van elkaar en men begrijpt elkaar vaak niet.
Wantrouwen
Lastig samenwerken als bedrijven voorheen concurrenten van elkaar waren en er eigenlijk geen vertrouwen is. Maar ook het gebrek aan transparantie zorgt voor wantrouwen tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers.
Onduidelijkheid
Zoals bij alle nieuwe dingen geldt…vaak is nog veel onduidelijk. Klanten weten vaak niet wat er mogelijk is, hoe duur het is en wat het oplevert en leveranciers tasten vaak ook in het duister. Wat zijn de rendementen, wat is de terugverdientijd en welke garanties zijn er? Dat zijn belangrijke vragen die spelen.
Gevestigde conservatieve orde
In de bouwwereld staat tijdloosheid en degelijkheid hoog in het vaandel waardoor bedrijfsculturen zijn ontstaan die langzaam reageren en waar innovatie niet tot de kern behoort.
Risicomijdende cultuur
Groot nadeel van de grootschalige projecten en constructies die bouwbedrijven leveren, is dat zij bij onvoldoende werking al snel een claim zullen krijgen. Logisch maar hierdoor wordt liever gefocust op beproefde oplossingen in plaats van op risicovolle nieuwe innovaties.
Overheid
Hoewel het lijkt alsof de overheid juist de grootste aanjager is van de duurzame bouwtransitie, is juist de tijdelijkheid, de korte beleidscycli en het zwalkende beleid hierbij een grote bedreiging voor innovaties op de lange termijn. Subsidies, regels en maatregelen komen en gaan en dat maakt dat niemand meer echt weet waar hij aan toe is.