We richten onze bedrijven fiscaal uiteraard graag zo voordelig mogelijk in. Daar zijn we goed in, men weet ons in binnen- en buitenland te vinden. Maar als ons bedrijf meerdere eigenaren heeft, is het wel opletten. Met name in familieverband.
GERARD GORT GEELKERKEN LINSKENS ADVOCATEN
Een bedrijf bestaat al snel uit enkele BV’s, al dan niet gecombineerd met een stichting, v.o.f. of CV. Als er aan het hoofd van de groep uiteindelijk één eigenaar staat, kan het geheel vrij eenvoudig fiscaal optimaal worden ingericht. Als het bedrijf echter meerdere eigenaren heeft, is het verstandig om de eigendomsverhoudingen goed in de gaten te blijven houden. Het wordt ronduit spannend als er meerdere eigenaars zijn in familieverband, verspreid over meerdere generaties. Waarom wordt het dan spannend? Omdat men binnen familieverband doorgaans bereid is veel verder te gaan om fiscaal voordeel te behalen, los van de eigendomsverhoudingen. We zijn tenslotte écht één familie. En omdat àls er fricties ontstaan, partijen in familieverband er vaak niet zakelijk in staan maar handelen op basis van de (verstoorde) persoonlijke verhoudingen en emoties.
Een aantal jaren geleden deed zich zo’n geval voor. Het betrof een ondernemersfamilie met een bedrijf bestaande uit zo’n 15 vennootschappen in Nederland en enkele vennootschappen in het buitenland. Alhoewel de aandelen in de meeste vennootschappen uiteindelijk in handen waren van één persoon (de pater familias), hadden diverse familieleden 100% of meerderheidsbelangen in een klein aantal groepsvennootschappen. Binnen de groep werd vervolgens met onroerend goed geschoven, werden ondernemingen van de ene BV naar de andere BV overgeheveld en werd een kasrondje tussen Nederlandse en buitenlandse groepsvennootschappen opgezet om fiscaal voordeel te behalen. Bij al die fiscaal ingegeven transacties werd nauwelijks gelet op de civielrechtelijke eigendomsverhoudingen: van wie ‘is’ het nu eigenlijk allemaal?
Dat kan natuurlijk prima verlopen. Zolang alle neuzen dezelfde kant op staan, is er niets aan de hand. In dit geval liepen de meningen uiteen. Er ontstond een conflict en partijen wilden uit elkaar.
De vennootschappen moesten worden ontvlochten en dat leidde tot de onvermijdelijke vraag: wat is nu van mij en wat is van jou? Op dat moment realiseerden partijen zich dat zij niet voldoende stil hadden gestaan bij de civielrechtelijke gevolgen van alle fiscaal ingegeven transacties binnen de groep:
Mijn pand zit in jouw BV omdat dit fiscaal beter was, maar het is toch gewoon van mij? Ik heb het geld van mijn Ltd. niet naar mijn Nederlandse BV gehaald, maar in het kasrondje aan jouw Ltd. overgemaakt. Dat zouden we in Nederlands oplossen, maar daar beroep je je nu op verrekening… Ik heb op jouw bedrijf met mijn geld extra loodsen en voorzieningen gebouwd, jij beroept je nu op natrekking en zegt eigenaar te zijn.
In ‘normale’ zakelijke verhoudingen is er een goede kans dat zo’n conflict – ondanks deze civielrechtelijke verrassingen – eerlijk of in ieder geval pragmatisch wordt opgelost. In familieverband belanden partijen helaas vaak in de loopgraven.
Hoe voorkom je dit soort risico’s in familieverband? Het antwoord zal u niet verbazen: door de afspraken goed schriftelijk vast te leggen. Al voelt dat binnen familieverband en tussen de verschillende generaties niet altijd even gemakkelijk, maar juist dan!
Geelkerken Linskens Advocaten
Noordeinde 2A, 2311 CD Leiden
T 071 – 512 44 43 M 06 57 31 12 00
I www.gl-advocaten.nl