2019. Het jaar van de wederopstanding van de grond-, weg- & waterbouw

Na jaren van crisis, een overheid die minimaal investeerde en een bouwsector die helemaal stillag, zien we ineens een grote omslag. Alle reden voor een weelderige winstgroei in de gehele sector, toch? Dat blijkt voor de gemiddelde MKB’er in de praktijk echter vies tegen te vallen. Rijnstreek Business zocht uit waarom en welke strategische trends wél werken om het innovatieve verschil in grond-, weg- en waterbouw (gww) te kunnen maken. 

2019. Het jaar van de wederopstanding voor onze grondverzetters, civiele betonbouwers, kust- en oeverwerkers, kabel- en buizenleggers, sloopbedrijven, rioolaanleg- en stratenmakers. Na jaren van minimale overheidsbestedingen, zeer geringe huizenaankopen, veel uitgestelde bouwprojecten en nieuwe, maar belemmerende wet- en regelgeving voor de sector zien we nu weer volop ontwikkelingen. Huizenprijzen stegen in recordtempo, infrastructurele overheidsbudgetten nemen weer toe, gemeentes investeren volop in de aanleg van nieuwe wijkinfrastructuur en het vervangen van rioleringen en waterschappen laten kanalen, gemalen en waterbergingen aanpassen. 

Verwachting volgens Rabobank? ‘Een productiegroei tussen de 5 en 7% voor de komende jaren.’ En dat is positiever dan hetgeen de bank eerder in haar reporten prognosticeerde. Toch plaats Rabobank in het rapport van mei 2019 ook een kanttekening. ‘Ondanks al deze investeringen zal de winstgevendheid van MKB-bedrijven onder druk blijven staan. Dit komt onder andere door het clusteren van opdrachten bij aanbestedingen, waarbij grotere bedrijven in het voordeel zijn.’ En dat terwijl de gww-sector volgens Insights, een rapport van ABN AMRO, vandaag de dag grotendeels uit MKB’ers en een groeiend aantal ZZP’ers bestaat. De exacte cijfers? ‘90%van alle ondernemingen in de gww heeft maximaal vijf werkzame personen en slechts een klein deel heeft meer dan honderd werkzame personen.’ 

Bouwen in de binnenstad
Toch zijn er volgens ABN AMRO zeker genoeg kansen waarop ingespeeld kan worden. ‘De trek naar de stad zorgt ervoor dat nieuwbouw en onderhoud een constante factor zijn in het straatbeeld van de stad. De moderne stadsbewoner accepteert die overlast zoals stank en geluid niet zonder meer. Bouwers zullen daarom steeds meer moeten samenwerken met zowel de omgeving als de opdrachtgever.’ Duurzaamheid en minder verstoring en overlast worden steeds belangrijker en bewoners worden steeds veeleisender. Dat vraagt weer om innovatieve denkkracht bij ondernemers uit de sector. Voorbeelden hiervan zijn onder meer ‘Het Nieuwe Draaien’ en nieuwe brandstoftechnieken waarmee stiller, zuiniger en schoner gewerkt wordt. 

Cradle-to-cradle
Maar ook in andere takken van sport wordt duurzaamheid steeds belangrijker. Zo zien we steeds meer aandacht voor circulair bouwen en het cradle-to-cradle principe. Gedachte hierbij is dat afval zo min mogelijk naar de afvalberg verdwijnt, maar juist de grondstof vormt voor een nieuw product. Zo blijft de kringloop gesloten en grondstoffen als het ware hierin circuleren. Als gevolg hiervan zien we het vrijwillig gesloten Betonakkoord dat stelt dat 100% van het beton in 2030 zal worden hergebruikt. ‘Een gevolg van de circulaire bouweconomie is dat het eigendom en de risico’s van bouwproducten en materialen vaker van de bouwtoeleverancier blijft’, bemerkt Rabobank. ‘We zien hierdoor nieuwe duurzame verdienmodellen ontstaan.’ Maar bijvoorbeeld ook steeds meer bouwwerken die zelf energie opleveren en daarmee de exploitatiekosten voor de opdrachtgever verlagen. 

Smart infra en just in time
Dat belang zal naar verwachting steeds meer toenemen. Beide banken noemen in hun prognoses het belang van smart infra, waarmee slimmer, overzichtelijker en real time gecommuniceerd en gewekt kan worden. ‘Inzicht in wie wat waar doet, is de basis voor een beter project en een betere samenwerking’, noemt ABN AMRO bijvoorbeeld. ‘Veel werken zijn groots, complex, ondergronds en ‘just in time’. Voor wat betreft het bouwproces kan monitoring en realtime communicatie zorgen voor optimalisatie hiervan. Als met behulp van track and trace-systemen bekend is waar het product is, kan het bouwproces efficiënter worden en verstoringen worden beperkt. Een sleutelrol is weggelegd voor Internet of Things en Big Data.’ Hier kan volgens de rapporten nog voldoende in geïnnoveerd worden.

Bedreigingen of toch kansen? 

Naast bovengenoemde grote strategische trends, zijn er nog meer ontwikkelingen in de sector waarneembaar. Maar is het een kans of juist een bedreiging? Door er tijdig en op de juiste manier mee om te gaan, kun je van een bedreiging ook een kans maken. We noemen twee voorbeelden. 

Vergrijzing sector? Slimme technologie graag! 

De gww-branche vergrijst relatief snel en er zijn nog onvoldoende jonge vaklieden die deze plek overnemen. Belangrijke vakkennis verdwijnt hiermee. Maak jezelf minder afhankelijk door de inzet van slimme technologie, zoals robots, kunstmatige intelligentie, prefab en 3D printing. Bovendien verlaag je daarmee de kans op grote risico’s, waar jaren daarvoor juist wel de tendens was. Of vraag jonge mensen in opleiding al om mee te doen in je bedrijf. Hierdoor zal de instroom van jonge vaklui in de toekomst vergroten. 

Nederland gasloos in 2050? Tijdig reageren! 

In 2050 kunnen we er niet meer omheen: dan moeten alle gebouwen van het gas af om het gebruik van aardgas en fossiele brandstoffen te verminderen. Maar dat betekent concreet wel een enorm omzetverlies voor infrabedrijven, omdat er geen nieuwe gasleidingen meer hoeven worden aangelegd of onderhouden. Daar kun je op wachten en dan veranderen, maar waarom niet nu al nadenken over de volgende stap? Zo nam bouwbedrijf Van der Hulst in Lisse al in 2013 het besluit om het roer drastisch om te gooien en in energieleverende woningen en verregaande ketensamenwerking te investeren.

Meer informatie?
insights.abnamro.nl/branche/grond-water-en-wegenbouw/
rabobank.nl/bedrijven/cijfers-en-trends/bouw/grond-water-en-wegenbouw/

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *