Uniform Loonbegrip in de salarisadministratie

De loonstrook van uw werknemers is best ingewikkeld om te lezen. Er staan namelijk verschillende loonbegrippen op vermeld: brutoloon, loon voor de sociale verzekeringswetten (SV-loon), loon voor de loonheffing en loon voor de Zorgverzekeringswet. Om een en ander eenvoudiger te maken komt er met ingang van 1  januari 2013 een eenduidig (uniform) loonbegrip. Het (vorige) kabinet heeft de wijziging gepresenteerd als een verlaging van de administratieve lasten voor werkgevers, maar in de praktijk zal de uitvoering in 2013 vooralsnog gepaard gaan met hogere uitvoeringskosten en een stijging van de loonkosten.

De gevolgen van  de nieuwe regels zijn dat inkomensbestanddelen die voorheen niet belast werden met sociale lasten nu wel premieplichtig worden. Een voorbeeld hiervan is de bijtelling wegens privégebruik auto!

Wanneer u een auto aan uw werknemer ter beschikking stelt en hij/zij gebruikt de auto ook voor privédoeleinden dan heeft de werknemer in de praktijk doorgaans te maken met bijtelling: bij het inkomen van de werknemer wordt een percentage van de cataloguswaarde van de auto opgeteld en de werknemer is hierover loonbelasting verschuldigd. De bijtelling maakt tot en met 2012 geen onderdeel uit van het SV loon. Vanaf 2013 maakt deze bijtelling onderdeel uit van het nieuwe loonbegrip. Dat betekent dat u als werkgever ook werkgeverslasten (ondermeer WW-premie en bijdrage Zorgverzekeringswet) verschuldigd bent over de bijtelling. Of dat daadwerkelijk leidt tot een stijging van de loonkosten hangt af van het salaris van de werknemer. Er geldt een maximum waarover premie verschuldigd is voor de zorgverzekeringswet en de sociale verzekeringswetten (voor 2013 is dat €50.853). Is het salaris exclusief bijtelling hoger dan het maximum, dan heeft de wetswijziging geen effect op de loonkosten van de betreffende werknemer. Is het maximum nog niet bereikt, dan leiden de nieuwe regels tot hogere loonkosten.

Verdient een werknemer met een auto van de zaak minder dan het premiemaximum, dan geniet hij vanaf 2013 een latent voordeel. Doordat de bijtelling in het premieloon wordt opgenomen, zal zijn uitkering bij eventuele werkloosheid of arbeidsongeschiktheid gebaseerd worden op dit hogere inkomen en zal hij een hogere uitkering genieten.

Net zoals de bijtelling voor privégebruik auto heeft deelname aan de levensloopregeling gevolgen voor de loonkosten en de hoogte van het loon waarover sociale lasten verschuldigd zijn. De in te houden bijdrage aan de levensloopregeling vormt vanaf 2013 een aftrekpost voor het loon waarover sociale premies wordt berekend. Neemt uw werknemer deel aan de levensloopregeling en is zijn inkomen lager dan het premiemaximum van € 50.853, dan dalen uw werkgeverslasten in 2013. Neemt uw werknemer daarentegen in 2013 middelen op uit zijn levensloopsaldo, dan bent u daarover, indien het reguliere jaarinkomen lager is dan € 50.853, sociale lasten verschuldigd.

Net zoals de bijtelling wegens privégebruik auto een positief effect heeft op de hoogte van de uitkering bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, heeft voortzetting van deelname aan de levensloopregeling een negatief effect. Het premieloon wordt immers verlaagd met de inleg voor de levensloopregeling, en daarmee wordt ook de hoogte van een eventuele WW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering negatief beïnvloed. Dit effect treedt alleen op wanneer het inkomen (na aftrek van de inleg voor de levensloopregeling) lager is dan het premiemaximum van € 50.853.

Bij specifieke gevallen adviseren wij u zich hierover vooraf goed te laten informeren.

Fred Sieval

Administratiekantoor Knijnenburg B.V.
Bedrijvencentrum ’t Ambacht
Sandtlaan 36, unit G8A, 2223 GG Katwijk
T 071 – 402 88 13
E [email protected]

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *